Yvo & rianne
en suramerica
Hola, qué tal queridos amigos? Nos alegramos que pueden leer nuestro blog de nuevo! Alles kits lieve vrienden? We zijn blij dat jullie opnieuw een blog van ons kunnen lezen. We lieten jullie achter in Chincha. Binnenkort gaat Marja op bezoek komen, maar voor we daar over gaan vertellen, willen we nog iets neerpennen over onze tijd in Chincha. Want Chincha was Peru in volle glorie… Dat wil zeggen: sloppen, armoede en heel, heel veel stof. Maar dat was niet erg. We houden van de plaatsen waar maar weinig toeristen komen. Veel van Alberto’s vrienden vroegen ons ook: ‘Porque Chincha, que buscan en Chincha?’ Oftewel: ‘Waarom Chincha? Wat hebben jullie hier toch te zoeken?’ Engelse les geven was ons vaste antwoord. Maar wat Chincha zo’n voorbeeld van Peru maakte, werd veroorzaakt door het beeld dat wij gewoonlijk van Peru hebben. Hooggebergten met eeuwenoude ruïnes, waar vriendelijke mensen in kleurrijke gewaden een kudde llama’s (dat spreek je dus uit als ‘jama’s’) voortdrijven. Dat beeld klopt alleen in het uiterste zuidwesten. We schetsen daarom graag een accuraat beeld van het gemiddelde Peruaanse stadje zoals je ze vindt langs de kust en in de bergen (in de Amazone is het een ander verhaal). Alleen de doorgaande Pan-American highway is in goede staat. De andere wegen zijn wel verhard, maar vol met scheuren en gaten. Tuctucs rijden door deze straten af en aan, naarstig op zoek naar klanten. Ze toeteren naar iedere voorbijganger, in de hoop een klant op te pikken. Door deze niet aflatende stroom aan tuctucs, hangt er altijd veel uitlaatgas in de straten. Samen met het stof uit de woestijn maakt dit de lucht droog en weeïg. Wij lopen altijd graag, maar dat vergt enige aandacht omdat je anders je scheenbeen kunt breken door een onafgedekte rioolput. Het groen dát er is bestaat uit dorre cactussen en een verdwaalde palmboom. Aan Chincha grenst het dorpje Sunampe. Een woonkern waar men in piepkleine huisjes van één verdieping woont, als ze geluk hebben. De anderen wonen in plastic woninkjes met muren van vuilniszakken en, gek genoeg, altijd een houten deur. Er is geen gemeentelijke dienst die het vuilnis ophaalt, dus al het vuil wordt in de goot gemieterd. Op sommige straathoeken wordt het vuilnis wel verzameld en elke zondag in de fik gestoken met een onwelriekende walm die heel Sunampe en Chincha bedekt. Vermeng deze geur met de altijd aanwezige stank van de vismeelfabriek langs zee (waar viskadavers tot meel worden verwerkt) en je kunt je een voorstelling maken. Naast Sunampe en Chincha liggen de wijnvelden, zoals naast zoveel kustplaatsen in Peru. Peruaanse wijn is best te drinken. Enige nadeel is de bemesting van deze wijnerijen. Wij in Chincha hadden nog de mazzel dat het riool daar onder de grond ligt, maar in Sunampe hebben ze niet zoveel geluk. Daar komt het riool boven om als bemesting én irrigatie voor de wijnvelden te dienen. Ja, de wijn groeit daar op de kak van de bewoners. Als de wind van zee kwam kon je dat goed ruiken. En gek genoeg, op een gegeven moment roken we het niet meer. En welk beeld ook in de hoofden van jullie, lieve lezers, zich heeft gevormd. Wij hadden in Chincha en Sunampe de beste tijd in zo’n beetje heel Peru. Nergens hebben we leven gezien dat zo echt en zo dichtbij kwam. Nog nergens zijn we zo ontzettend niet de toerist maar alleen de ‘vreemdeling’ geweest als in Chincha. Marja Begin december haalden we Marja op van het vliegveld in Lima. Het arme kind had een vliegreis van meer dan 12 uur achter de rug en hoewel het voor ons slechts half 8 was, voelde het voor Marja als half 2. We hadden speciaal voor deze gelegenheid een AirBnB geregeld in het meest welvarende en mooiste deel van Lima: Miraflores. Na twee dagen relaxen begon onze reis door Peru. Voor ons een rare gewaarwordig, want we zijn het reizen helemaal niet gewend. Dat klinkt misschien stom, maar we blijven meestal 3 weken tot 1 maand op dezelfde plek. Dus om nu de reizende toerist uit te hangen, was een totaal andere belevenis. Op naar Paracas! Een toeristische bestemming aan zee, waar prachtige natuur te bewonderen viel. We hebben een boottocht gemaakt naar rotseilanden in zee, waar we ons weer als in Artis voelden. We hebben met z’n drietjes live kennis mogen maken met Blauwvoetige Jan-Van-Genten, Zeeleeuwen en Humboldtpinguïns. Superindrukwekkend! Toch was het, vooral voor Yvo, even wennen om zo tussen de toeristen te zitten. Het was die dag dat Yvo voor het eerst de magische woorden uitsprak: ‘Ik ben blij dat we niet het hele jaar in dit soort tourist traps komen.’ Na onze boottrip hebben we natuurlijk wederom de Peruaanse ceviche gegeten die aan de kust verser dan vers is. Na een aantal dagen zijn we verkast naar Ica. Een woestijnstad waar we al eerder waren geweest toen we in Chincha zaten. Een erg fijne en rustige stad. Ontzettend bekend om de wereldberoemde – bij backpackers althans – Huancachina oase. Die oase is prachtig en geheel gratis om te bezoeken. Wel je eigen bier meenemen want een drankje kost daar ongeveer 4 keer zoveel als normaal. Yvo heeft die dag wel 100 keer gezegd: ‘Ik ben blij dat we niet het hele jaar in dit soort tourist traps komen.’ Maar, hé, het uitzicht vanaf zo’n metershoog duin is het wel waard. Nazcalijnen Na Ica gingen we op naar Nazca. Een klein onbeduidend plaatsje met wereldberoemde archeologische waarde. De stad is genoemd naar de Nazcacultuur, een beschaving die leefde van 200 v Chr. Tot het jaar 1000. De beschaving is bekend om haar lijnen die zijn achtergelaten in de droge woestijngrond, de pyramides in het landschap en de necropolis waar in de open lucht mummies en relieken zijn te bewonderen. Om de lijnen te bewonderen moet je in een krakkemikkig vliegtuigje stappen en elk jaar verongelukt er wel weer eentje omdat de veiligheidseisen niet erg streng zijn. Alberto uit Chincha heeft een keer de stap genomen en hij vertelde ons dat hij geen lijn heeft gezien omdat hij de hele tijd aan het kotsen was van de reisziekte. Bovendien was het relatief erg duur. Tel Yvo’s vliegangst daarbij op en je snapt dat we hebben besloten om ons te beperken tot de Nazca-dingen die gewoon op de grond zijn te bewonderen. Een kleine fotocollage vind je hieronder. Arequipa In Colombia gaat naar elk gat elk uur een bus en in Peru was dit tot nu toe ook steeds zo geweest. Maar blijkbaar houdt het in Nazca op. Daar ging slechts één keer per dag een bus naar onze volgende bestemming: Arequipa. Mede om die reden, kwamen we uitgeteld om 2 uur ‘s nachts in deze bloedmooie plaats aan. We zijn erg blij dat we er toch heen zijn gegaan, want de mensen waren er zeer vriendelijk en je had een tof uitzicht op twee (!) nog steeds actieve vulkanen. En de stad, die zich ook wel la ciudad blanca noemt, was prachtig. Koloniaal met Europese allure. Beetje Bilbao-achtig, maar dan niet aan zee. Op een dakterras in Arequipa kwamen op een gegeven moment twee Nederlanders naast ons zitten, Koos en Laura. Hun openingszin was top: ‘Sorry, we zijn Nederlanders en daar zit je echt niet op te wachten, wij ook niet, maar mogen we naast jullie zitten?’ Koos deed interessant werk: projectontwikkelaar voor Lelystad Airport. Jullie weten wel, dat controversiële stuk asfalt in de polder. En Laura werkte als journalist voor een lokale omroep in Brabant. We missen onze Brabanders uit Den Bosch soms ontzettend, dus Koos en Laura kwam als geroepen. In Arequipa hebben we samen met Marja een knoop doorgehakt. Wat gaan we doen? Samen naar Bolivia of blijven we in Peru. We besloten om samen met Marja naar Puno (aan het Titicacameer) en Cuzco te gaan. Daar zou Marja het vliegtuig naar huis nemen en wij zouden dan Oud en Nieuw in La Paz, Bolivia vieren. Zo gezegd zo gedaan. Op naar Puno, dat op een misselijkmakende 3.850 meter boven zeeniveau ligt. Een hoogte waar je goed ziek van kunt worden. Beladen met cocasnoepjes tegen de hoogteziekte trokken we naar Puno en daar werden we niet direct ziek. Wel flink buiten adem, want de stad ligt tegen een heuvel. We bezochten in Puno de inheemse stammen die op kunstmatige eilanden van riet in het Titicacameer wonen. Erg indrukwekkend, maar tegelijkertijd voelde je dat de ervaring was geconstrueerd voor de toeristen. Goed, het waren echte inheemse mensen, die echt Aymara spraken, maar het feit dat je spulletjes móest kopen en overal voor móest betalen zorgde ervoor dat Yvo die dag weer 100 keer de magische woorden uitsprak: ‘Ik ben blij dat we niet het hele jaar in dit soort tourist traps komen.’ Toen we terug kwamen van onze excursie begon het te regenen. En het bleef regenen, stortregenen, de hele avond, de hele nacht. Ondertussen zakte de temperatuur van een relatief aangename 16 ° Celsius, naar een graadje of 3 á 4. Oh ja, en het dak van ons appartement lekte. Oh, ja en er was geen verwarming. Rianne wilde erg graag weg en we waren blij dat we maar 2 nachten in Puno verbleven. De dag na de verschrikkelijke regennacht was het de bedoeling dat we per bus naar Cuzco, de voormalige hoofdstad van het Incarijk, zouden reizen. De ‘bus’ naar Cuzco Goedgemutst vertrokken we ‘s ochtendsvroeg naar het busstation van Puno. Yvo had de vertrektijden nog eens extra gecheckt op internet. Maar helaas, het mocht niet zo zijn. Vanwege een protest tegen de overheid blokkeerden 100-en mensen de weg tussen Puno en Cuzco. Er reden dus geen bussen vandaag. Maar morgen weer wel, zo werd ons beloofd. De hoogte eiste zijn tol en we waren allemaal een beetje zwak en misselijk. Yvo, de bikkel, weigerde overigens om een cocasnoepje te nemen, omdat hij zich anders ‘gewonnen zou geven’. Kortom, we zouden en we moesten dit ‘stinkhol’, het koosnaampje dat Rianne graag aan Puno gaf, verlaten. Gelukkig heeft elk gat in Peru een luchthaven. Zo ook Puno, zij het in de stad Juliaca, 30 km ten noorden van Puno. Wij dus in de collectivo (en deeltaxi) naar het vliegveld. Daar was helaas geen balie om kaartjes te kopen en tot overmaat van ramp was er een storing op de website, zodat we zo ook niet online konden aanschaffen. Toen het inchecken begon vroegen we het personeel, 1,5 uur voor vertrek, wat we konden doen. Rianne en Yvo namen een tuctuc die ze op volle snelheid naar het winkelcentrum bracht, want daar was de verkoopbalie van LATAM – de luchtvaartmaatschappij. Het einde van dit verhaal? Ja, we hebben het gehaald, op het nippertje. Een uur nadat we in het winkelcentrum stonden zaten we in de lucht en twee uur later stonden we in ons appartement in Cuzco. Leuk detail? Koos en Laura uit Nederland wilden ook met de bus naar Cuzco. Zodoende kwamen we ze tegen op het vliegveld. Helaas moesten ze via Lima vliegen, omdat de directe vlucht naar Cuzco volgeboekt was. Die Nederlanders ook altijd…. Cuzco In Cuzco begon het tot ons door te dringen, zeker bij Marja, dat aan het vertoeven op hoogte wel een prijskaartje hangt. Je slaapt slecht, je eet slecht, je bent slap en eigenlijk de hele tijd moe. Bovendien waren wij, Yvo en Rianne, erg geschrokken van de kou en de regen op de altiplano (de Peruaans-Boliviaanse hoogvlakte). Willen we écht wel oud en nieuw in La Paz vieren en dan daar op diezelfde altiplano aan het werk? We keken wat het klimaat zou gaan doen en op het internet vonden we geen goed nieuws. Het Boliviaanse regenseizoen begint in December en duurt tot Februari. Elke dag regen met een gemiddelde temperatuur van 15 graden Celsius. Niet echt iets om naar uit te kijken. Verder waren we geen fan van de houding jegens vreemdelingen in Peru en ons werd verteld dat dit in Bolivia niet veel beter zou zijn. Tegen onze verwachting in besloten we om terug te keren naar Colombia. Hoe het verder met ons gaat in Cuzco en hoe we afscheid nemen van Marja, dat lees je in ons volgende bericht. We zullen dan ook eventjes kort uit de doeken doen wat onze ervaringen zijn met Peruanen en hoe dat verschilt met Colombianen. Nee, een beetje gegeneraliseer en stereotypering schuwen we niet. We zijn niet voor niets Nederlanders!
9 Comments
Luc
31/1/2019 05:06:40
Weer een grappige en prikkelende tekst waardoor ik een redelijk beeld kan vormen van de fantastische ervaring van jullie. Mooie hoed Yvo!
Reply
Yvo
1/2/2019 15:00:24
Hoed? Dan heb je m'n authentieke Colombiaanse leren laarzen nog niet gezien :-p Leuk dat je de blog hebt gelezen!
Reply
Clarina
31/1/2019 09:39:31
Ha lieverds, mooi verhaal weer en prachtige foto's. Wat ik nu nog steeds niet weet is of jullie in Peru ook cavia hebben gegeten......
Reply
MArja
31/1/2019 12:03:28
Hi Clarina,
Reply
Marja
31/1/2019 12:02:42
Leuke blog en goede weergave van de reis. Herbeleving!
Reply
Fiet
31/1/2019 16:02:59
Lieve Rianne en Yvo,
Reply
Guido Nafzger
3/2/2019 10:44:36
Hoi Yvo en Rianne, weer een super blog wat een mooie indruk grrft van jullie belevenissen. We oraten vanavond weer bij.
Reply
Dendenno
4/2/2019 20:10:23
Zo leuk nog steeds om te lezen! Mis jullie wel hoor. Kan niet wachten om de verhalen in levende lijve te horen xx
Reply
Leave a Reply. |
Yvo & RianneYvo en Rianne gaan aan de slag in Zuid-Amerika, lees hier hoe ze dat vergaat! Archieven
April 2022
Categorieën |