Yvo & rianne
en suramerica
Daar zijn we weer! Voordat we verdergaan met ons relaas, willen we jullie ten eerste bedanken voor alle goeie reacties die we na ons eerste vlogje hebben ontvangen. We nemen de suggesties ter harte en wie weet komt er binnenkort wel weer een vlog aan. Waar we gebleven waren? Onderweg naar Bogotá. En deze keer niet om een vliegtuig of een bus te pakken, maar om er aan de slag te gaan in een hostel. Bogotá We gaan er geen doekjes om winden: Bogotá is waarschijnlijk de minst leuke stad van Colombia. Het is een langgerekte, betonnen kolos, wiens bevolking veel te hard is gegroeid (en daarmee de stad zelf dus ook). Bogotá ligt op een grote hoogvlakte, de Sabana de Bogotá, op ongeveer 2600 meter. Er heerst een microklimaat, het weer is vergelijkbaar is met Schotland in de herfst. Het is er winderig, tussen de 15 en 20 graden en regen valt er elke dag. Bovendien ligt de stad elke ochtend onder een deken van mist en of hardnekkige bewolking. Nee, bij een hoofdstad die slechts 1.000km van de evenaar ligt, denk je niet direct aan mist, regen en wind. Hoe bar en boos (en lelijk) de stad ook mag zijn, we wisten waar we aan begonnen en we gingen daarom ook goedgemutst richting ons hostel. Hostal Rua 116, waar we achter de receptie mochten gaan werken, bevond zich in een goede wijk in Bogotá: Usaquén. Nou, tsja, goede buurt, laten we het anders zeggen: Usaquén is waarschijnlijk de rijkste wijk van Bogotá. Villa´s, appartementen, dure winkelcentra en hele compounds kun je er vinden. Dat was aanvankelijk een rare gewaarwording, want we hebben inmiddels veel armoede in Colombia gezien. De exorbitante welvaart in Usaquen was een beetje onwerkelijk, zeker als je bedenkt dat rijke wijken vaak aan de arme wijken grenzen. Zo kwam het voor dat je aan de Usaquén-kant van Carrera 7 dineert voor 25 euro per schotel (AUW!) en aan de “andere” kant een hele lunch krijgt voor slechts 2 euro. Het zal jullie dan ook niets verbazen dat aan de ene kant mevrouwen met bontjassen liepen en aan de andere kant de bedelaarskinderen op de stoep zaten. Een harder, medogenlozer verschil tussen arm en rijk hadden we niet eerder gezien. Voor ons was het wel een uitkomst, want de enorme bedragen van Usaquen konden wij niet betalen, dus we deden onze boodschappen mooi aan de ‘overkant’. Dit deden we niet helemaal zonder gevaar, want Rianne zag op een gegeven moment – terwijl ze in de rij van de kassa stond – een hand in haar handtasje verdwijnen. Oplettend als ze is, maakte ze natuurlijk korte metten met dit soort praktijken. Het hostel was door zijn ligging best een unieke plek. Er kwamen weinig toeristen en veel Colombianen. Soms kregen we wel eens toeristen en dat waren altijd mensen die iets avontuurlijker waren, want Usaquén is geen logische bestemming. Vooral veel zakenmensen deden het hostel aan, die voor werk enkele dagen in Bogotá moesten zijn. Op de gemiddelde toerist en zakenman hebben we twee opvallende uitzonderingen weten te ontdekken. De eerste uitzondering heeft te maken met iets wat we al eerder hebben verteld. In de buurt van het hostel zaten namelijk twee medische centra, gespecialiseerd in plastische chirurgie. Dus eens in de zoveel tijd kwamen er een vader en moeder met hun dochter binnen, die enkele nachten boekten in het hostel. Iedereen wist op dat moment hoe laat het was: die gaan hun dochtertje even flink laten verbouwen. En zo geschiedde: op een middag kwam dochterlief binnen met plotsklaps veel grotere borsten. Van je ouders moet je het hebben! Venezolanen Een van onze collega’s in het hostel heette Roman. Roman was een ontzettend fijne meneer (of jongen, hij was 23) die de Spaanse taal zeer goed beheerste. Zelf zag hij zijn interesse in de Spaanse taal als hobby. We hebben veel van hem geleerd, want we konden met al onze vragen bij hem terecht. Bijvoorbeeld over de twee vormen van de verleden tijd en de twee vormen van de toekomst: wanneer gebruik je welke? Roman is één van de vele Venezolaanse vluchtelingen die hun (tijdelijke) heil in Colombia hebben gezocht. Roman raakte door zijn geld heen en heeft een half jaar door de straten van het koude Bogotá moeten zwerven. We weten niet precies hoe, maar op een gegeven moment heeft hij al zijn moed bij elkaar geraapt en is hij in het hostel terechtgekomen, waar hij fantastisch werk verricht (het hostel kan niet draaien zonder hem, terwijl hij – net als ons – slechts vrijwilliger is). Roman is van huis uit bakker en probeerde tijdens onze tijd in het hostel als zodanig aan de bak te komen. Hij heeft namelijk de diepe wens om bij zijn broer te wonen in Belohorizonte in Brazilie. Zijn plan is om een fiets te kopen en via Colombia en Peru naar Brazilie te fietsen. Het is naar Belohorizonte ‘slechts’ 4.500km en hij verwacht de tocht binnen een jaar wel te volbrengen. Dat de Colombianen neerkijken op ambachtelijke beroepen zoals een bakker, helpt hem allerminst. Bovendien willen mensen in Bogotá hem niet aan werk helpen, omdat ze uit principe geen Venezolanen aannemen. Nee, de mensen in Bogotá zijn over het algemeen niet de meest vriendelijke mensen. Het zal wel door de kou komen, maar wij zijn zelf door bedelaars uitgescholden omdat we niets wilden geven. Iemand riep ons zelfs na met: "Heil Hitler! Heil Hitler!" Van stijl zijn de mensen op de koude hoogvlakte niet altijd gespeend. Spaanse les We bewonderden Roman om zijn doorzettingsvermogen en in onze laatste week vond hij plots een baantje al sober. Men was erg tevreden over zijn gastvrije behandeling van gasten en zijn accentloze Spaans. We denken dat hij binnen een half jaar op de fiets richting Brazilie zit. Wie ook uit Venezuela kwam, was onze lerares Spaans. Marja, Riannes moeder, heeft ons namelijk een fantastisch verjaardagscadeau gegeven: een stoomcursus Spaans! Dat heeft ons reuze geholpen, want onze lessen in Acacías in april en mei waren eigenlijk maar een beetje amateuristisch. Het was voor ons alsof het licht aanging, want we spreken momenteel een stuk beter Spaans dan voorheen. Rianne is hier nogal skeptisch over, maar Yvo merkt het verschil. Het is nu zaak om vooral te blijven oefenen. Nu we dit blog schrijven hebben we Bogotá alweer achter ons gelaten en we houden nog even geheim waar we nu verblijven. Want dat kun je namelijk lezen in de volgende blog of zien in een vlog, dat blijft nog even een verrassing. Tot die tijd kun je je vergapen aan de foto’s hieronder. Tot snel en een dikke kus! Hasta Luego!
4 Comments
Het klinkt misschien ongelofelijk, maar we hebben een vlog voor jullie gemaakt! Het is vaak slechts een pratend hoofd, maar voor het vermaak hebben we er toch wat foto's tussen weten te stoppen. Veel luister en kijkplezier dus! We vragen jullie wel om een reactie achter te laten. Zou je in het vervolg een kortere vlog willen of is de lengte goed zo? Kunnen we het beter bij het geschreven woord houden of vinden jullie deze afwisseling wel leuk? Laat ons vooral weten wat je denkt en vergeet niet verzoekjes achter te laten: wat willen jullie de volgende keer zien en wat zouden jullie graag willen weten? Liefs van ons! Vandaag gaan we verder waar we zijn gebleven. In het vorige blog konden jullie lezen dat we onszelf een kleine vakantie in Medellín gunden. Rianne boekte een AirBnB in een rustige buitenwijk: het was een, voor ons, superdeluxe 3-kamer appartement met uitzicht over de stad. De eerste nacht hebben we elf uur aan één stuk door geslapen, zo moe waren we van alle projectwisselingen. Tussen 28 juni en 12 augustus, 7 weken, hebben we onder vier verschillende gastheren/vrouwen gewerkt. Tijd dus voor en pauze.
Achtergronden We hebben daardoor mooi de tijd om eens even wat te vertellen over Colombia zelf, wat we meemaken en wat de culturele eigenaardigheden zijn. Voordat we ons daarover uitweiden, eerst wat anders. Naar aanleiding van ons vorige blog vroegen veel mensen waar het Spaanstalige gedicht van Yvo nu eigenlijk over gaat. Is een vertaling mogelijk? Jazeker: Kolibri Je komt, je bent, je gaat, voor ik één keer met mijn ogen heb kunnen knipperen. Maar als je bent, vertraagt de tijd, en kan ik je vleugels zien bewegen, alsof de zonnegod de kamer ingevlogen is. Zoals alle betoveringen in het leven, is ook deze veel te kort. En voordat ik besef, dat ik in gezegend gezelschap verkeer, vervolg jij alweer je weg. De herinnering aan dit stukje extase, zal nooit verdwijnen. En hoewel onze tijd maar kort was hier, nooit zul jij, Kolibri, vergeten worden. Meer achtergronden Goed, we hebben wat smeüige observaties voor jullie, lieve lezers. Want Colombia zit vol eigenaardigheden. In Colombia is het schoonheidsideaal van de vrouw belangrijk. Zo belangrijk zelfs, dat dit een beetje doorslaat. Plastische chirurgie is hier een ding, een enorm ding. En als je dit eenmaal op hebt gemerkt, zie je het overal en kun je niet meer stoppen met kijken. Vooral voor Yvo was dit een grote teleurstelling. Aanvankelijk vroeg hij zichzelf af hoe het toch komt dat bijna alle Colombiaanse vrouwen rondborstig, rondbillig en vollippig zijn. Nu het antwoord 'chirurgie' blijkt te zijn, vindt Yvo de Colombiaanse vrouwen een stuk minder aantrekkelijk. Laten we onze voormalige gastvrouw uit Hostel Casa de Verano, Alejandra, eens als voorbeeld nemen. Toen we op een avond alleen met haar waren, of althans, toen haar Franse vriend er niet bij was, begon ze plots over plastische chirurgie te spreken. We moesten raden wat er verbouwd was aan haar. Uiteindelijk, dankzij vereende krachten, kwamen we erachter dat het haar neus en kin betrof. We vonden al dat ze een vreemd onnatuurlijk gezicht had, maar nu wisten we dus waarom. Alejandra drukte ons wel op het hart dat we dit haar vriendje niet mochten vertellen, want die had een hekel aan plastische chirurgie. Soms is het maar moeilijk, vooral voor Yvo, om je oordelen niet hardop uit te spreken. Alejandra ging verder over de chirurgiecultuur in Colombia. Haar zus heeft namelijk helemaal niets met het schoonheidsideaal in Colombia. Zuslief was dus behoorlijk boos toen haar moeder op een dag tegen haar zei: `Lieve schat, zou jij niet eens iets aan je borsten laten doen, want het is wel een beetje een zielige voorgevel, vind je niet?` Alejandra kon er wel om lachen, omdat ze weet dat haar moeder een beetje oppervlakkig is, zo liet ze ons in ieder geval weten. Wat ze ons verder nog uit de doeken deed, was dat dochters hier voor hun sweet sixteen een borstvergroting, bilvergroting of weet-ik-veel-wat-voor-correctie cadeau krijgen. Dit beperkt zich natuurlijk exclusief tot de vrouwen, want de mannen zijn hier over het algemeen dik, lelijk en onverzorgd. Wie weet dat er daarom zoveel vrouwen op Europeanen vallen. Yvo is, in vergelijking met de Colombianen, verzorgd, lang en dun, terwijl hij in Nederland klein, iel en soms als een stoffigerd wordt gezien. De implicaties van de plastische chirurgiecultuur in Colombia zijn groot. Er zijn ontzettend veel chirurgen zonder vergunning actief en daardoor lijden veel mensen onder de gevolgen van een mislukte operatie. De overwegend katholieke inwoners zien dat als een straf voor hun ijdelheid, maar aan de andere kant zet iedereen druk op elkaar om er zo mooi mogelijk uit te zien. Als je geen dikke tieten, billen, volle lippen, strakke buik en een gelift gezicht hebt, hoor je er niet bij. Soms verbouwen de dames zich tot in het absurde: we zagen laatst in de supermarkt een vrouw die haar billen zodanig had verbouwd, dat je er kopjes thee op kon zetten. Het zag er niet uit. Yvo kan overigens maar niet wennen aan het beeld van een vrouw van in de vijftig, die haar tieten – vergeef ons het taalgebruik – strak onder haar kin heeft laten verbouwen. Los Colombianos De Colombianen zijn open en vriendelijk, maar tegelijkertijd zijn ze ook asociaal en bot. Hoe gaan we dit nu eens uitleggen, zelfs op dit moment zitten daar haken en ogen aan. Soms kun je niet helemaal goed uitleggen waar het aan ligt en kom je alleen met voorbeelden aan. Dat vinden we een beetje een zwaktebod, dus laten we het gewoon – essayistisch – proberen te analyseren. Allereerst onze ervaringen tijdens het aankomen bij onze projecten, die zijn over het algemeen niet positief. We zijn één keer hartelijk ontvangen door onze gastheer en gastvrouw en dat waren Lee en Cressida uit Engeland en Canada. De Colombianen waren OF niet aanwezig, OF hadden geen tijd. Onze gastheren en vrouwen waren gastvrij in de zin dat we mochten doen alsof we thuis waren, zonder onszelf zorgen te maken. Dat is natuurlijk fijn om te horen, maar van mensen die zichzelf in hun advertentie aanprijzen als de meest vriendelijke en gastvrije mensen in Latijns-Amerika, valt het ons een beetje tegen dat we bij aankomst altijd aan ons lot werden overgelaten (soms voor meerdere dagen). Dan is er het sociale verkeer. Men vraagt zelden of men mag passeren. Men vraagt zelden iets. Wat men doet is duwen, duwen tot je uit hun weg bent. Oud, jong en onze leeftijd: duwen is het credo. In de rij van de supermarkt, op straat en in het verkeer, douwen tot je een ons weegt. We waren laatst in het museum en toen trok er een jongetje aan Yvo`s rugzak, omdat hij het beeldje in de vitrine wilde zien. We denken zelf dat dit functioneert in deze samenleving, omdat iedereen het doet, maar voor ons is het natuurlijk enigszins onbeleefd. Dit duwfenomeen manifesteert zich ook bij de slager en in de supermarkt. Laat je ruimte, dan piept men gewoon voor, pech voor je. “Quién fue a Sevilla, perdió su silla.” Als jij niet snel genoeg zegt wat je wilt bij de groenteboer, omdat je bijvoorbeeld tijd nodig hebt om het geheel in je hoofd te vertalen, dan heb je pech, want iemand anders zal snel van de gelegenheid gebruik maken om jouw beurt in te pikken. Al met al vermoeden we dat het vooral integratie is. Als je weinig Spaans spreekt, of hier maar een paar weken blijft, merk je dit soort dingen niet zo. Maar als je eenmaal een aardig woordje mee kunt praten en mensen met je in discussie kunnen gaan, ontdek je de diepere lagen van de samenleving. Zoals een moment vorige week. Yvo stond af te rekenen en het kassameisje vertelde heb de hoeveelheid aan wisselgeld. Haar collega, die ook bij de kassa stond, zei daarop: “Ach, hij verstaat toch niet wat je zegt, dan hoef je het ook niet te vertellen hoeveel hij terugkrijgt.” Que pena, por que Yvo lo entendió. Rode gezichten alom. Colombianen zijn leuk en ze zijn gastvrij, dat is waar. Maar onze vrienden hier zijn lang niet zo gastvrij als de Surinamers en al helemaal niet zo vriendelijk als ze zelf willen geloven dat ze zijn. Sterker nog, we vinden ze vaak op Nederlanders lijken. Je maakt goede vrienden met ze, zodra je eenmaal in hun inner circle terecht bent gekomen. Maar daarbuiten kun je maar beter naar hun pijpen dansen en kopen wat ze je aanbieden, want anders kan er wel eens een boze en onbegrepen Colombiaan tevoorschijn komen. Niets eigenlijk wat een beetje geduld niet kan oplossen. Wat we kunnen leren van Colombianen? Hun ontspannenheid over werkelijk alles. Zo is onze zwarte buurman een neger (Hola, negro!), zijn wij aapjes (Hola, monos!) en moeten we onszelf vooral nergens druk over maken (No se preocupen!) In de volgende aflevering beloven we jullie dat we eindelijk uit de doeken zullen doen hoe Rianne dertig wordt en hoe Sebastian – onze maat uit een Verenigde Staat – ons met een bezoek komt verblijden. Hieronder een kaartje van Colombia zodat jullie in perspectief kunnen zien hoeveel we van het land hebben kunnen zien. De oplettende kijker kan al zien waar we op dit moment zitten! Liefs van ons! Daar zijn we dan eindelijk weer eens een keer. Het is inmiddels bijna twee maanden geleden dat we iets van onszelf hebben laten horen en dat spijt ons verschrikkelijk. We hebben goed nieuws, want eindelijk hebben we weer een laptop. Dat betekent dat we ons uiterste best gaan doen vanaf nu op een regelmatige basis iets op te schrijven. We hebben een hoop te vertellen en er is een hoop gebeurd. We hebben in een recordtempo korte werkprojecten afgerond en dat heeft de nodige stress en verhalen met zich meegebracht. Omdat we jullie niet willen vermoeien met een enorme lap tekst, gaan we het in stapjes uit de doeken doen. Vandaag de eerste aflevering. Doei Pereira! We moeten zelf ook even graven, maar we hebben jullie achtergelaten in het Kolibri hostel in Pereira, Risaralda. De Nederlandse Daniel en Colombiaanse Alexa moesten destijds nog ontdooien. Om een lang verhaal kort te maken: dat is zeker weten gebeurd. Rianne heeft hoge ogen gegooid door een voorstel te doen voor een muurschildering (het resultaat kunnen jullie hieronder vinden). Alexa was zeer enthousiast. Yvo vond dat hij niet kon achterblijven en hij schreef een gedicht speciaal voor het hostel, dat hij – in het inspirerende bijzijn van Rianne – op een groot doek heeft geschreven. Alexa was zo blij met het eindresultaat dat we gelijk nog een andere muur mochten versieren. Zo prijkt nu op ons WorkAway profiel dat we echte inhouse kunstenaars zijn. Het is ontzettend gaaf om de vrijheid te krijgen met zaken zoals muurschilderingen. Je leert dat je dingen kunt, die je niet voor mogelijk hield. Regelmatig hebben we ons in Nederland geremd gevoeld in onze ontwikkeling, want je mag pas iets doen als je de papieren hebt, en buiten dat lijkt er altijd wel iemand beter dan jij. Fijn is het om je zo gewaardeerd te voelen en de ruimte te krijgen om wat aan te modderen (wat later dus geen aanmodderen bleek). Na twee weken en twee dagen in het Kolibri hostel vertoefd te hebben, moesten we helaas weg. Het werk was op. We hadden via WorkAway een hostel gevonden in Santa Fé de Antioquia, ten noorden van Medelín, waar we achter de receptie en bij de bar mochten werken. Tegelijkertijd moesten we een ander hostel in hetzelfde plaatsje teleurstellen: ze hadden onze sollicitatie beantwoord, vlak nadat we aan dit hostel hadden toegezegd (Onthoud deze anekdote). Voordat we verder schrijven, trakteren we jullie eerst op wat foto's. Eindeloze busrit en een tussenstop in Medellín Om in Santa Fé te geraken, moesten we overstappen in Medellín. Het duurde vanwege wegwerkzaamheden eindeloos om daar te komen. In plaats van vijf uur, duurde de busrit 9 uur. Vooral Yvo was erg chagrijnig. Er zat niets anders op: we zochten ons oude hostel in Medellín op om de nacht daar te spenderen. Onderwijl stuurden we het hostel in Santa Fé een appje dat we een dag later aan zouden komen. Diezelfde avond kregen we meteen een appje terug: That´s fine, but please be advised that we have some trouble. We´ll tell you all about it tomorrow. Wat nou weer.. Santa Fé de Antioquia is maar een klein uurtje van Medellín verwijderd. Het is een prachtig koloniaal dorpje, gelegen in de Caucavallei. Op slechts 400 meter was het daar zinderend heet, maar de omgeving maakte een hoop goed. Santa Fé was heel lang de hoofdstad van het departement Antioquia (het departement dankt haar naam aan het plaatsje), maar is eind 19e eeuw van de troon gestoten door het groeiende Medellín. Eenmaal aangekomen bij het hostel was direct duidelijk wat het probleem was, waarover we een dag eerder een bericht hadden gekregen. Het zwembad was lek en daardoor moest het hostel dicht. Bovendien had de eigenaresse een foutje gemaakt en een ander koppel dubbel geboekt, hierdoor waren er dus veel te veel mensen in een hostel dat niet eens draaiende was. Rianne begon goedgemutst aan een volgende muurschildering, maar Yvo voelde zich nogal verloren. Er waren simpelweg teveel mensen. Bovendien wilde één jongen – Phil uit Schotland – maar wat graag laten zien hoe handig hij was (waardoor Yvo niet echt aan de bak kwam). De eigenaresse kwam een beetje kil over en ook dat droeg niet bij aan Yvo´s zelfvertrouwen. Toen bleek dat de reparatie van het zwembad nog zeker een week ging duren, besloot de eigenaresse het hostel potdicht te gooien omdat ze naar het beroemde Feria de las Flores in Medellín wilde gaan. Er was maar plaats voor één koppel in het vrijwilligersappartement aan de overkant van de straat en ze besloot dat het ons niet gegund was. Yvo boos. Maar Yvo doet de laatste tijd erg zijn best om constructief boos te zijn. Dat bracht hij deze keer in de praktijk door de eigenaresse en haar Franse vriend te dicteren dat het zijn van een gastvrouw voor vrijwilligers veel verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Je moet voor iemand zorgen, omdat iemand in een ver buitenland zijn vrije tijd opoffert om voor jou gratis te werken. “Jullie hebben bovendien een koppel dubbel geboekt en dat spreekt het niet erg voor jullie verantwoordelijkheidsgevoel.” De Colombiaanse Alejandra en haar Europese vriend Florián (wat strikken die Colombianen toch Europeanen aan de lopende band...) keken een beetje beteuterd voor zich uit. Kort daarna verdwenen ze de stad in en keerden de hele avond niet terug. Bij terugkomst bleek ons een grote verrassing te wachten: ze hadden twee vrijwilligersplekken gevonden in een ander hostel in het stadje. Toevalligerwijs het hostel dat we hadden moeten teleurstellen een week eerder. Enige voorwaarde om aan de slag te gaan was het voldoende beheersen van het Spaans, en daar waren we nou net een beetje onzeker over... Green Nomads In Green Nomads Hostel, het hostel waar we tijdelijk achter de receptie mochten komen werken, was het Colombiaans als vanouds. De eigenaresse wilde ons daar om half negen ontmoeten, maar vanzelfsprekend was ze er niet. Haar moeder zou ons anderhalf uur later wel kunnen ontvangen. Zo gezegd zo gedaan: anderhalf uur laten zaten we met de moeder rond de tafel. Tot onze verbazing was er helemaal geen gesprek, nee, de moeder begon meteen te babbelen wat onze taken zouden zijn in (vaak onverstaanbaar) Spaans. De moeder heette Ruth: een dikke vrouw van rond de zestig. Haar kledingkeuze verried dat ze zichzelf niet zag, of wilde zien, als een dikke zestiger. We konden de vetkwabbetjes tellen, maar aanvankelijk ergerde we ons daar nog niet zo aan. Evenmin ergerden we ons aan het feit dat we haar niet konden verstaan, we dachten immers dat het aan ons lag. Pas toen diezelfde avond de dochter eindelijk arriveerde, begrepen we dat de moeder het onverstaanbare Paisa-dilect sprak – want de dochter konden we bijna woord voor woord verstaan. De eerste paar dagen ging het prima in het Green Nomads hotel. Maar Ruth, de moeder van de eigenaresse, woonde in het hostel en dat begon ons helaas langzamerhand parten te spelen. Geen moment liet ze ons met rust en geen moment vertrouwde ze ons. Elke interactie die we met de gasten hadden, onderbrak ze om ons gesprek over te nemen. Er was zelfs een moment dat Yvo een drankje verkocht aan één van de gasten en Ruth niet geloofde dat hij Postobon met druivensmaak had verkocht. "Nee”, sprak Ruth, “Jij hebt het drankje Hit! verkocht, jij weet alleen het verschil niet tussen de twee, omdat je de Spaanse taal niet machtig bent.” Rianne moest tussenbeide komen om Ruth ervan de overtuigen dat Yvo toch echt Postobon Uvo (druif) had verkocht. Op een gegeven moment werd het maandag, de dag dat de doordeweekse regels ingingen – alleen wisten we dat toen nog niet. Nietsvermoedend dronken we wat rummetjes met enkele gasten van het hostel. Bovendien was er een verliefd stelletje in het zwembad nog plezier aan het maken. Ruth kwam om tien uur in haar knalroze, strakke topje (incl. zebralegging) naar buiten en vertelde ons en de gasten doodleuk dat we allemaal naar binnen moesten en naar bed. We snapten er geen bal van. “Doordeweeks gaat alles dicht om 22u, want dan ben ik moe. Ik wil ook een keer slapen.” Goed, dachten we, dan drinken we binnen wel wat. Maar ook dat mocht niet. We hadden de keus: cama o calle – Naar bed of de straat op. We waren niet zo aardig tegen Ruth en hebben die avond min of meer afgedwongen dat we wel van het terras gebruik mochten maken. Toch hing er vanaf dat moment een gekke sfeer. Ruth bleef zich bemoeien met hoe we afwasten, welk servies we gebruikten en of we de koffielepeltjes wel direct na het roeren afwasten – want dat was volgens haar de bedoeling. Toen de daaropvolgende dag de onbekwame handyman – die heb je veel Colombia – het zwembad verpestte door er 3 liter in plaats van 30 centiliter chloor in te gooien, was voor ons de maat een beetje vol. Het zwembad ging de komende drie dagen dicht (er was een hittegolf: 38 graden) en we trokken het gedrag van de bemoeizuchtige moeder écht niet meer. Met de staart tussen de benen vertrokken we terug naar het oude hostel, dat inmiddels weer open ging. In Casa de Verano, het hostel waar we dus zijn begonnen en ook weer eindigden, heeft Rianne samen met Yvo een muurschildering afgemaakt. Ook daarvan kun je de foto´s hieronder zien. We zijn dikke vrienden geworden met de Schotse Phil en Katie – de laatste is beeldend kunstenares – en we hebben daardoor drie fantastische dagen in Santa Fé gehad. Bovendien hebben we nog een oude kennis uit Pereira getroffen die toevalligerwijs op vakantie was in Santa Fé. Op 12 augustus hebben we afscheid genomen van Santa Fé en ons getrakteerd op een lekkere vakantie in een AirBnB in Medellín. Maar daarover in de volgende aflevering meer! Wat je ook kunt verwachten in de volgende blog, die zeer binnenkort verschijnt, is:
|
Yvo & RianneYvo en Rianne gaan aan de slag in Zuid-Amerika, lees hier hoe ze dat vergaat! Archieven
April 2022
Categorieën |