Yvo & rianne
en suramerica
Kom en word verliefd op het Zuidwesten! Dat is de slogan van deze regio. Een relatief arm gedeelte van één van de meest welvarende departementen van Colombia. De grootstedelijke regio van Medellín is één van de motoren van de economie van Colombia. Maar hier in Jericó, zo’n 100 kilometer ten zuiden van Medellín, lijkt dat wel een hele wereld verder weg… Jericó, en de nabijgelegen dorpjes zoals Pueblorrico, Tarso, Andes en Jardín, worden over het algemeen bevolkt door koffieboeren en aanverwante akkerbouwers. Het is hier heel anders dan de grote stad. Hier geen wolkenkrabbers, uitlaatgassen en herrie. In deze omgeving strekt het bergachtige landschap van steile heuvels, beplant met koffiebonen, zich uit. Je hebt hier grote uitzichten, totdat deze vergezichten door enorme bergketens worden belemmerd. Die ketens zijn ook vaak de grenzen van de gemeente, en als je bovenop zo’n rug staat, zie je in de verte weer een volgend stadje liggen. Zo ligt Jericó er ook bij, als een geürbaniseerd stukje relatief platte grond, te midden van enorme landerijen, bossen en steile bergwanden. In Jericó vind je alles wat het achterland nodig heeft. Supermarkten, groenteboeren, kledingwinkels, kantoorhandels (papelerías), schoenenzaken, cafés, restaurants en natuurlijk meubelwinkels. Probeer alleen geen specifieke dingen te bemachtigen, zoals bakpapier, aquarelpapier of leren laarzen. Hier hebben ze vooral het nodige, zoals een broek, een paar schoenen, een biertje of een lap rundvlees. En zo kabbelt het leven voor de bewoners rustig verder. Elke dag staat de markt er, met in het weekend wat extra kraampjes. Elke dag zijn de terrassen open, maar van vrijdag tot zondag is het er net iets gezelliger. In december gaat de zon om tien vóór zes onder, in juni om tien óver zes. Een man zit voor een koffiewinkel en groet ons ‘hallo’, zoals hij drie jaar geleden ook al deed. Zoals hij over drie jaar nog steeds zal doen. En zodra hij er niet meer is, wordt zijn plaats ingenomen door een andere vriendelijk groetende meneer… Así es Jericó, ven y enamórate con el suroeste. “Een huis, een huis, mijn koninkrijk voor een huis!” In onze vorige blog hebben we verteld dat we een huis tijdelijk konden huren, helaas tegen een astronomisch hoog bedrag. Maar, we hebben mazzel gehad. Het zit namelijk zo. Het volledig gemeubileerde huis is van ene mevrouw Lopera die tijdelijk in de V.S. zit. Haar broer Juan had besloten het huis op AirBnB te zetten, om het aan toeristen te verhuren. Dat loopt niet zo hard als hij had gehoopt en daarom deed hij ons een aanbod: willen we het huis niet tot halverwege maart huren tegen een normale prijs (in plaats van de belachelijk hoge toeristenprijs die we tot nu toe betaalden). Ja, dat wilden we maar al te graag. Dan kunnen we in alle rust over onze volgende stappen nadenken, zoals het werkvisum en onze cursus. We waren erg benieuwd wat Juan dan precies onder een normale prijs zou verstaan. We hielden ons hart vast, maar Juan kwam zowaar met een serieus en realistisch voorstel. We kunnen nu voor een schappelijke prijs tot halverwege maart in ons huis vertoeven. Daar waren we zo blij mee dat we het huis wat meer eigen durfden te maken. Afgelopen weekend hebben we wat kerslichtjes en andere decoraties gekocht om het allemaal wat meer Yvo-en-Rianne te maken. Het huis heeft overigens een logeerkamer met tweepersoonsbed, dus als je nog gebruik wil maken van de mogelijkheid om gratis in Colombia te vertoeven, dan moet je nu je kans grijpen! Zalig zijn de onwetenden We waren zo overtuigd van ons kunnen dat we gemakshalve wel even hadden bedacht dat we onze cursus binnen twee weken zouden kunnen verkopen aan allerlei geïnteresseerden. Sterker nog, we dachten dat mensen in de rij voor ons zouden staan. Dat bleek in de praktijk toch wat anders te zitten, want iets verkopen doe je natuurlijk niet zomaar. Voor wie wil weten hoe het met onze cursus Engels gaat: we kunnen kort zijn. De cursus verkoopt nog niet. We moeten veel meer marketingstrategieën toepassen en ons product via sociale media aan de man brengen. Er is geen andere optie dan er energie in blijven te steken en samen met Jota bekijken wat de mogelijkheden zijn. Om ons product aan te prijzen zijn we samen met Jota naar een beurs in Medellín geweest. Deze beurs zou onze doorbraak moeten betekenen. Helaas was het een ontzettend sneue beurs in een winkelcentrum, waar eigenlijk geen kip op af kwam. We hebben welgeteld 5 flyers uit kunnen delen en dat was het. Wat we wel hebben gehad, is een beetje quality time met Jota. We hebben het veel gehad over wat we hier nu precies aan het doen zijn en hoe we samen kunnen werken. Gezamenlijk kwamen we op het idee om ons ook meer te richten op 1) bedrijven en 2) teambuildingsactiviteiten te kunnen aanbieden. Ons product is dus als het ware tweeledig aan het worden. We gebruiken onze kunst- en theaterworkshops niet alleen om taallessen te geven, maar ook om teambuildingsmiddagen aan te bieden. Er is nog een hoop onzeker, maar het zou kunnen dat we op 11 december onze eerste groep mogen ontvangen, dus later meer hierover. De Olifant in de Kamer Er zijn nog twee grote olifanten in de kamer. De allereerste is ons werkvisum. Dat hebben we nog steeds niet en dat heeft een hele bijzondere reden. Het migratiekantoor heeft namelijk onze diploma’s nodig, willen we in aanmerking komen voor een werkvisum. Geen probleem dachten wij, we sturen ze gewoon het digitale uittreksel van onze diploma’s door. Maar helaas is het niet zo gemakkelijk. Deze dingen zijn namelijk alleen geldig in de Europese Unie (niemand die je dat vertelt als je je diploma haalt). Voor gebruik buiten de EU moeten je diploma’s door de DUO gelegaliseerd worden. Tenzij het land waar je wil gaan werken aangesloten is bij het Apostille-Verdrag. Dan moet je na legalisatie ook nog langs bij de rechtbank om daar een apostille aan te vragen. En natuurlijk is Colombia aangesloten bij dat verdrag. We moeten nu dus wachten tot onze gelegaliseerde diploma’s op ons postadres aangekomen zijn, zodat iemand ze kan gaan apostilleren bij de rechtbank. Daar denk je niet zo één-twee-drie aan, als je naar het buitenland vertrekt. Zodra we de gescande diploma’s in ons Postvak IN hebben, kunnen we ze laten vertalen, en hopelijk kan de visumaanvraag dan voor kerstmis worden gestart. Dan is er nog corona. En daar hebben we nogal gemengde gevoelens over. We zijn enerzijds heel erg blij dat we hier zitten. Voor ons gevoel zijn we net op tijd weggegaan. Zeker Yvo voelt zich soms als een vluchteling: er is simpelweg bijna geen werk meer als beginnende toneelschrijver en het zou zomaar kunnen dat er opnieuw stukken worden geannuleerd, die inmiddels als 2,5 jaar op de planning staan. “Ik ga nooit, nooit, nooit, nooit meer naar huis”, tiert Yvo regelmatig, als hij ’s ochtends de website van de NOS bezoekt. Het is hier qua corona ook helemaal niet zo erg als in Nederland en dat verbaast ons soms behoorlijk. Ter vergelijking: er wonen hier 50 miljoen mensen en er zijn hier tussen de 2000 en 2500 besmettingen per dag. Terwijl er in Nederland 22.000 besmettingen per dag zijn, op maar 17 miljoen mensen. We kijken vaak genoeg met verbazing naar de berichten uit Nederland en Europa. Zelfs hier in Colombia zijn de krantenkoppen verbaasd over het hoge aantal besmettingen. We zitten er vaak over te filosoferen en we denken toch dat het hoge besmettingscijfer komt door het feit, dat er teveel mensen binnen zitten. Hier is alles buiten. En áls er iets binnen is, staan de luiken van de huizen en de kantoren wagenwijd open. Ruiten bestaan hier bijna niet. ’s Nachts zijn de luiken en deuren dicht en zodra de zon op komt gaan ze open. Om eerlijk te zijn snappen we de maatregelen die in Nederland zijn genomen niet. Je kunt alles wel om 17:00u. dichtgooien, maar dan gaat iedereen die moet werken tot 17u. toch op zaterdag ALLEMAAL TEGELIJK naar de IKEA, de Action en de Hornbach? En als de meeste besmettingen op school en thuis plaatsvinden, waarom moeten dan de theaters weer dicht? En de horeca? We kunnen nog even doorgaan, maar het komt er vooral op neer dat we heel erg te doen hebben met iedereen in Europa. We hopen dat, voor iedereen die er middenin zit, het allemaal wel meevalt. Maar we zouden zelf waarschijnlijk helemaal gestoord worden van 1) het jojo-beleid 2) Hugo de Jonge persoonlijk 3) niet weten waar je aan toe bent. En dan is er nu een nieuwe variant, de koppen schreeuwen moord en brand. Dan lijkt het soms alsof Europa, naast welvarend, alleen maar angstig en bang is. Want hier zijn autogordels optioneel. Een biertje achter het stuur? Ach, dat moet kunnen. En een reling langs de steile bergwand, dat kost eigenlijk alleen maar meer geld. Afwassen met warm water? Wel nee, veel te duur. Zelfs niet in een restaurant. Streetfood? Zelfgemaakt, gewoon zonder keuring. Want een mens kan heus wel wat hebben. Men heft het glas, op het terras, zonder mondkapje, gezellig bij elkaar. Proost en op het leven. Want wat heeft het voor zin om altijd maar bang te zijn. Is het bestaan daar niet veel te kort voor? 50 jaar burgeroorlog, afgehakte hoofden in de straten, met bloed doordrenkte beken, drugskartels, schotwonden en vrienden die door bendes zijn doodgemarteld. Als je de verhalen hebt gehoord, begrijp je waarom ze zich hier niet druk maken om een autogordel, een bedorven empanada of om één of ander virusje… Liefs, Rianne en Yvo En dan nog dit...PS: Even nog iets anders. We hebben met de vrijwilligers en medewerkers in het hostel overigens wel al een aantal proeflessen gedraaid om foto's te maken. Dat resultaat kun je hieronder zien, sluiten we toch af met een beetje een vrolijke noot :-)
3 Comments
Ja, daar zijn we weer lieve mensen. In onze allerlaatste blog, van april 2019, hebben we gezworen dat we terug zouden keren naar Colombia. En nondeju, het is nog gelukt ook! We zullen jullie niet vervelen met wat er in de tussentijd allemaal is gebeurd, want laten we eerlijk zijn: dat is alleen één warme zomer en covid geweest. Laat ons dan maar beginnen bij het begin. SCHIPHOL, 23 oktober 2021 Alles op Schiphol ging voorspoedig. We waren goed uitgerust en onze tassen werden zonder gezeur ingecheckt. Ook bij de douane was het heerlijk rustig en binnen no-time waren we bij de gate. Na een lekker bakkie koffie begaven we ons richting de slurf waar onze 787-Dreamliner naar Madrid op ons stond te wachten. Voor de reis hadden we een hele stapel aan documenten nodig. Om te beginnen ons paspoort en onze gele vaccinatieboekjes. Dat laatste is de enige manier waarop je buiten Europa kunt bewijzen dat je gevaccineerd bent. Daarnaast moesten we natuurlijk voor op Schiphol onze internationale QR-Code laten zien. Verder hadden we nog uitgeprint bij ons: onze speciale Spaanse QR-Code en ons Corona-Migratieformulier voor Colombia: CheckMig. Met de hele stapel werden we bij de slurf naar ene Anita gestuurd. Want zij was speciaal voor doorreizigers na Madrid. Anita vroeg ons: Paspoorten: CHECK Gele Boekje: CHECK Nederlandse QR: CHECK Spaanse QR: CHECK Check-Mig Colombia: CHECK Retourticket: … ¿QUÉ? Volgens Anita mochten we zonder retour- of doorreisticket niet met het vliegtuig mee. Dus Yvo in discussie, je weet hoe ‘ie is. Een retourticket is namelijk geen vereiste voor de Colombiaanse Douane. Bovendien staat dat niet op de website van de Airline bij “Verplichte Documenten”. Tenslotte zijn we al 2 keer eerder Colombia binnengegaan zonder dat dit nodig was. Het is de V.S. niet! Anita was een keiharde ijzeren dame en vertelde ons dat dit vroeger inderdaad niet verplicht was, maar nu, gezien de huidige omstandigheden, wel. Zonder doorreisticket mochten we niet mee en we hadden nog 25 minuten tot de slurf dichtging. Anita vertelde ons ook nog dat het van haar op zich wel zou mogen, maar dat we tijdens onze overstap in Madrid in de grootst mogelijke problemen zouden komen. Ze zouden ons echt niet doorlaten. Dus Yvo heeft met trillende handen in de allerhoogste paniekstand twee enkele reizen, zonder bagage, van Medellín naar Miami gekocht a 120 euro per persoon. Toen we het reserverings- en het vluchtnummer lieten zien, mochten we toch mee. Maar we hadden nog geen bevestigingse-mail. Anita toonde zich coulant door ons toch door te laten, maar ze drukte ons op het hart, dat we in Spanje toch echt die mail moesten hebben, want anders waren we in mierda profunda – een ander woord voor Deep Shit. In Madrid waren we heel benieuwd wat er zou gaan gebeuren. Vol verwachting stonden we aan de gate voor onze vlucht naar Colombia. Daar nam de Spaanse dame voorzichtig onze tickets en onze paspoorten ter hand. Ze tuurde naar de letters van het ticket en vervolgens naar ons paspoort. Toen lichtte ze haar hoofd op en keek ons recht in de ogen: ‘Felíz Viaje’ en ze wenkte ons door. Rianne en ik keken elkaar aan, haalden onze schouders op en namen plaats in het toestel. Na een bijzonder lange vlucht, die dan toch weer korter duurde dan we dachten, landden we in Rio Negro, het stadje waar de internationale luchthaven van Medellín zich bevindt. Ook bij de douane, een hele lieve meneer, hoefden we ons doorreisticket naar Miami niet laten zien. Het enige wat hij wilde weten is wanneer we ongeveer teruggaan. Dus ik noemde de datum van die ene Miami-vlucht. Hij lachte en na een gemompeld bueno schreef hij 90 días in ons paspoort. We willen in deze blog Anita graag nog eens bedanken voor haar service bij Air Europa. Wel denken we dat ze voor een Spaanse luchtvaartmaatschappij te serieus is, te Nederlands. Want het zal ze allemaal een worst wezen of we het land op tijd verlaten. Want als je dat niet doet worden de kosten namelijk op jou als burger verhaald en niet op de luchtvaartmaatschappij. Maar leg ze dat maar eens uit in Nederland. Ik las laatst een onderzoek dat Nederlanders steeds minder met elkaar neuken, onze generatie nog maar 3 keer per maand. Gelukkig geldt dat niet voor regels, want die worden in Nederland constant geneukt, tot wel tientallen malen per dag. MEDELLÍNEn eindelijk daar waren we dan, Medellín, stad van de eeuwige lente, hoofdstad van het departement Antioquia (Antiochië in het Nederlands). Voor de mensen die het Spaans niet machtig zijn, de naam van de plaats spreek je zo uit: MEH-DEH-DZJIEN. De rit van het vliegveld naar de stad is er een van een heel speciaal kaliber. Rio Negro ligt op een hoogvlakte en Medellín ligt in een diepe vallei. Op het moment dat je de tunnel in de bergen uitkomt, ontvouwt de stad zich, beneden in de vallei, met miljarden lichtjes die vanuit het dal weer de berg opklimmen. Het is werkelijk waar een enorm spectaculaire lichtshow. We kunnen het niet uitleggen, je moet het gewoon een keertje meemaken. Klik op het filmpje om een beetje de sfeer te proeven van deze machtig mooie stad. Ven a Medellín = Kom naar Medellín De eerste twee nachten hadden we een hostel geboekt in El Poblado, de toeristenwijk van Medellín. Dat doen we over het algemeen liever niet, maar omdat we graag tot 12 uur wakker wilden blijven om de jetlag zo snel mogelijk te kunnen verslaan, leek dat ons voor één keer toch een goed idee. Wat we niet wisten, is dat er heel veel veranderd is in El Poblado. Alle clubs zijn namelijk verplaatst naar de straat die vroeger de rustige hostelstraat was. In die straat zit tegenwoordig nog maar één hostel, de rest is failliet gegaan. Jullie raden het al, dat is ons hostel. We kwamen dus een beetje in een kermis aan, maar het doel werd behaald. Vanaf de rooftop bar van ons hostel vergaapten we ons aan de toeristen en rijke opgepompte Colombianen. De twee nachten daarop spendeerden we in een AIRBNB in een stadsdeel dicht bij het busstation. En wat een verschil. Geen bedelaars, geen verkopers, geen toeristengedoe. Gewoon het echte leven. Een straat met lunchtentjes en een boel winkeltjes die wij ‘een gat in de muur’ noemen. Daar kun je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat een koffie of een biertje drinken. Deze ‘gaten’ zijn in wezen woonhuizen met een loketje naast de voordeur. De voortuin is overdekt en ingericht als terras. De mensen zijn daar over het algemeen heel lokaal, heel lief en het bier is lekker goedkoop. JERICÓWoensdag de 27e oktober namen we de bus naar onze eindbestemming: Jericó. Oftewel Pueblo Mágico del Suroeste: het magische dorp in het zuidwesten (van Antioquia). Jericó is een kleine maar belangrijke plaats. Het is een bisdom met twee relatief grote kathedralen in het centrum. Bovendien komt Colombia’s eerste heilige uit Jericó: Madre Laura Montoya. Ze werd in 2013 door de Paus heilig verklaard. Jericó is daardoor, naast een toeristische trekpleister voor de Colombianen, ook een bedevaartsoord. Na onze aankomst werden we opgehaald door Jota (volledige naam Jorge). Hij is de eigenaar van de finca (landgoed) en het hostel waar we onze cursus gaan aanbieden. Toen we aankwamen schrok vooral Yvo een beetje. Het was meer verloederd dan op de plaatjes en in de video. Bovendien is het regenseizoen en dat kon je aan alles zien. De weg was beschadigd door hevige regen en alles op de finca was zompig en vochtig. We kregen een mooie tweepersoonskamer, want een huis voor ons regelen dat bleek allemaal moeilijker dan gedacht. Dat wisten we gelukkig wel van te voren, maar Jota had nog geen enkel idee waar we zouden kunnen wonen, en dat mag gerust een domper genoemd worden. Het bleek verder dat Jota niet zo heel tevreden was over zijn vrijwilligers en een aantal mensen die hij in dienst heeft. Hij vond zijn vrijwilligers erg gesloten en zijn designer werkte te weinig. Dat hebben wij persoonlijk ook al gemerkt, want we zijn al 3 maanden met hem bezig om een webpagina te bouwen, zonder resultaat. Jota stelde daarom voor dat we maar zelf een website moesten bouwen en zo gezegd, zo gedaan. Aan het einde van dit blog kun je de website met je eigen ogen aanschouwen. We zijn verder erg afhankelijk van andere mensen die Jota in dienst heeft en of vrijwilliger zijn. Zo is de ene verantwoordelijk voor de boekingssite en de andere voor sociale media. Het bleek een onmogelijke opgave om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Dan is persoon A weer weg of vrij en de dag erna persoon B. Daarnaast is er natuurlijk nog de taalbarrière dat voor de nodige verwarring zorgt. Mensen zijn hier wat rustiger en relaxed, iets dat wij ook langzaam maar zeker worden. Desalniettemin, als je gewoon niets doet en de hele dag ‘doet alsof je wat aan het doen bent’, worden wij nogal kriegelig. Na enkele dagen sloeg de frustratie toe. Jota was apathisch wat betreft het zoeken van een huis en het regelen van een werkvisum. Zijn medewerkers konden ons niet helpen en het regent hier de hele middag, waardoor je ook niet kan ontsnappen. We zitten immers op een landgoed dat 50 minuten lopen is van de stad. Toen Rianne boos in bed ging liggen, vond Yvo op AIRBNB een volledig gemeubileerd huis, dat we voor minstens 1 maand konden huren. Het is wel een relatief dure stek, maar een ongemeubileerd huis is simpelweg geen optie. Buiten dat je alles moet gaan kopen, kun je zonder werkvisum geen elektriciteit, water, internet en andere dingen aanvragen. Daarnaast is apparatuur heel duur. Koelkasten en wasmachines; ze kosten een fortuin in vergelijking met Nederland. We hebben nu besloten al onze energie te steken in het laten slagen van ons eerste cursusweekend, dat zal plaatsvinden van 19 tot 22 november. Als de cursusplaatsen verkocht worden, hebben we een stok om mee te slaan. We kunnen dan zeggen dat we een product hebben gemaakt dat verkoopt en dat iedereen die mee wil delen in de winst, hard zal moeten werken. Bovendien móét Jota een werkvisum voor ons hebben aangevraagd, als hij ons wil kunnen betalen. We nemen dus één horde per keer. Het huis is voorlopig geregeld (waarschijnlijk tot 14 december). Dan komt de cursus en dan het visum. We houden jullie op de hoogte hoe dat gaat. Binnenkort hebben we een proefles met de vrijwilligers, zodat we wat foto’s kunnen maken. Sowieso volgt er binnenkort een nieuwe blog over de omgeving, de natuur en de geschiedenis van de regio. Maar, als jullie iets willen vragen, laat dan vooral een reactie achter, dan beantwoorden we al je vragen in een volgende blog.
Heel veel liefs van ons, Yvo en Rianne Bijna vergeten, de website van onze Engelse Immersiecursus staat online: https://mailchi.mp/94899a50c51b/bevstf7z9n |
Yvo & RianneYvo en Rianne gaan aan de slag in Zuid-Amerika, lees hier hoe ze dat vergaat! Archieven
April 2022
Categorieën |