Yvo & rianne
en suramerica
Er zijn de afgelopen zo ontzettend veel dingen gebeurd, dat we eigenlijk niet weten waar we moeten beginnen. Laten we dan maar beginnen bij hoe we ons voelen: alsof we in een wasmachine zitten. We worden rondgedraaid en gecentrifugeerd tot we geen pap meer kunnen zeggen en als een slappe vaatdoek uit de machine worden gehaald, om dan uiteindelijk te drogen te worden gehangen tot je helemaal stijf en verkreukeld bent. Hoe het komt dat we ons zo voelen, lees je hier. Instituto Compujer S.A.S. De afgelopen weken zijn we hard aan het werk geweest voor Compujer, het instituut waar we onze Engelse lessen willen aanbieden. We hebben daar onze collega’s ontmoet, leraren Engels die voor het instituut op dorpsscholen in de omgeving werken. Lieve mensen, maar tegelijkertijd ook aseksuele geheelonthouders. Of zoals wij ze noemen: het type sapdrinker, een stelletje braafneuzen dus. Geen feestjes, geen danspartijen, geen karaoke, geen gezelligheid, alleen werk en God. We hebben ze een keertje uitgenodigd voor een zaterdagmiddagbiertje en een overleg op het plein en men was letterlijk geschokt, dat we ze uitnodigden voor alcohol. Dat kán toch niet? Want ze drinken niet. Ja, eentje, die drinkt soms in het weekend op zaterdag een glaasje wijn. Ieder zijn meug natuurlijk, maar geen materiaal om dikke vrienden mee te worden. Zeker niet als je appjes afsluit met: May the power of God, our Lord, and his eternal son, Jesus Christ, bless you all on this blessed day. Dan krijgen wij te veel zin om terug te zeggen: Under His Eye. Als je deze grap niet snapt, dan moet je heel snel het boek van Margaret Atwood lezen. Enfin, wij aan het werk voor Compujer. Don José Maria, de directeur van Compujer, had in al zijn wijsheid besloten om alle omliggende dorpen en stadjes af te gaan, om de cursus te promoten. Goed idee, alleen wilde hij daarmee al 4 dagen na dit besluit aan beginnen. Het leek ons verstandig om eerst even twee weken reclame te maken op social media, om te laten weten dat we een gratis proefles kwamen geven in die dorpjes. José Maria luisterde niet en wilde per se doorzetten. Zo gingen we drie dagen op pad naar Andes, Jardín, Venecia, Fredonia en nog veel meer. Sommige stadjes zijn wel 3 uur rijden, maar als de auto stuk gaat, zoals in ons geval, dan duurt het wel 6 uur. Dat betekent dat je voor 2 proeflessen van één uur, wel 13 uren onderweg bent geweest. Het resultaat van die proeflessen? We hebben 2 geïnteresseerden leren kennen, omdat het nieuws van onze cursus en de gratis proefles, de mensen simpelweg niet bereikt heeft. José Maria raakte daardoor een beetje gedesillusioneerd, wat betekende dat we hem extra hard moesten pushen om voor ons al het papierwerk in orde te maken. En geloof ons als we zeggen dat voor het werkvisum een enorme papierwinkel benodigd was. Het deel van de administratie die hij moest inleveren was al snel klaar, maar met het daadwerkelijke contract en aanbevelingsbrief wachtte hij erg lang. Dag na dag, week na week, hebben we hem geappt en gebeld of deze papieren nou eindelijk eens klaar zijn. En onze uiterste vertrekdatum kwam steeds dichterbij. “We hebben nog maar 5 weken” “We hebben nog maar 4 weken.” “We hebben er nog maar 3” Met nog maar drie weken op de teller kwam hij eindelijk met ons contract over de brug, maar dit document stond vol met fouten. Hij moest het reviseren, maar ook hier ging weer een week overheen. Ondertussen kregen we van het clubje sapdrinkers te horen dat José Maria twijfels had over het succes van ons programma. Maar, er werd ook amper reclame gemaakt. En de reclame die we maakten, geschiedde op een nogal knullige manier met te weinig posters en hele lullige flyers. Begin april kwam hij eindelijk met ons goede contract en aanbevelingsbrief. We merkten direct dat José Maria geen langdurig project met ons aandurfde. We kregen een contract van 1 mei tot 1 december 2022. Dat zijn maar 7 maanden. Eén maandje meer dan dat we op ons toeristenvisum hier zijn geweest. Het zette ons ook aan het denken, want we hebben een internationale zorgverzekering moeten afsluiten en heel veel documenten moeten laten vertalen vanuit het Nederlands. Dat kostte een flinke duit. Verder zou dat betekenen, dat we meubels en huishoudelijke apparatuur zouden moeten aanschaffen, voor maar 7 maanden. Goed, we besloten om toch het aanvraagproces in gang te zetten. Dat was nog makkelijker gezegd dan gedaan, want het online-aanvraagsysteem zat vol met fouten en bugs. Uiteindelijk lukte het ons en begon het wachten. Ondertussen hadden we in het dorp al een hoop geïnteresseerden, die onze cursus wilden volgen. Het volledige personeel van een hotel, de twee paragliding-bedrijven en werknemers, een hamburgertent en nog een aantal ‘losse’ personen. Al eerder hadden we deze informatie aan Compujer verstrekt, maar niemand was nog gebeld. Ondertussen bleef José Maria maar zeggen dat we “Zo snel mogelijk moeten beginnen”. Ja, dat klopt, maar dan moet zijn instituut wel die mensen bellen en lessen inplannen. In de tweede week van april kwam eindelijk het verlossende woord van het ministerie van buitenlandse zaken van Colombia, la Cancillería. Maar voor we vertellen wat de uitslag was, willen we nog één keer uit de doeken doen wat je allemaal nodig hebt voor dat visum:
Dit alles mocht niet meer dan 35 pagina’s omvatten en de totale bestandsgrootte mocht niet meer zijn dan 5,3 MB. Dat ons dit is gelukt, is al een godswonder. Welnu, Compujer heeft de afgelopen 12 maanden een omzet gedraaid van 1,23 miljard peso’s. Dus, dat zit wel goed dachten we. Maar volgens La Cancillería niet. De studenten van Compujer betalen namelijk per cursus óf per semester. Dat betekent dat er in september, december, maart en juni een dikke omzet wordt gedraaid, maar de rest van de maanden niet. En daarom heeft het ministerie ons visum afgewezen. Want Compujer moet volgens hen elke maand 100 miljoen peso’s omzetten. Met gemiddeld bedoelden ze dus het absolute minimum per maand, geen relatief gemiddelde. Het laat zien dat het ministerie niet geïnteresseerd is in de ontwikkeling van achtergestelde gebieden. Want hier, in deze regio, het Zuidwesten van Antioquia, is er geen enkel educatie-instituut, dat zulke bedragen kan omzetten. Zoveel economisch potentieel is er niet in deze regio. Mensen hebben nu eenmaal niet zoveel om uit te geven. Ja, in Medellín, Cali en Bogotá zijn van die enorme instituten die tienduizenden studenten hebben, en zulke bedragen omzetten. Maar hier in de driehoek Jericó-Venecia-Andes niet. Dat betekent dus, dat wat wij op deze manier willen, wat we de afgelopen 6 maanden hebben geprobeerd, helemaal niet kan. Het is simpelweg onmogelijk met de huidige werkvisumregels. En dat is ontzettend zuur. Toch zouden wij Rianne en Yvo niet zijn, als we geen plan hadden. Want wat we de afgelopen zes maanden hebben gemerkt, is dat we hier erg graag willen wonen. Het is misschien een cliché om het te zeggen, maar volgens ons zijn we nog nooit zo gelukkig geweest als de afgelopen 6 maanden, ook al was het soms dodelijk vermoeiend met al dat werk zoeken. Waarom we hier willen wonen, laat ons dat eens uitleggen. Het cliché is waar: Laten we aan de ratrace ontsnappen Als we in Amsterdam zijn en we willen iets afspreken met vrienden, dan wordt het agenda’s trekken. En zelfs die agenda is geen garantie. Als we een tientje kregen per keer dat mensen op het laatste moment afzeggen, onder het mom van die verschrikkelijke kutsmoes “we gaan het niet redden”, dan waren we een rijk stel. Vrienden en kennissen zijn moe, hebben het te druk met kinderen, te druk met werk. Concluderend: te druk met zichzelf. En misschien steekt dat, als we dat zeggen. We snappen dat je met jonge kinderen niet flexibel kan zijn. Maar het feit alleen al dat op ons afscheidsfeestje mensen op het laatste moment afzeggen omdat ze ‘moe’ zijn, zegt al genoeg. Of wat denk je van al die mensen met wie Yvo heeft gestudeerd? Ze zijn allemaal uitgenodigd, maar niemand heeft ook maar überhaupt gereageerd. Kortom, we voelden ons vaak eenzaam. Ook arbeidsrelaties gaan over het algemeen stroef. Het onderwijs is uitputtend en Yvo moet naast zijn theaterwerk andere klussen aannemen. De mensen bij die klussen zijn vaak niet bepaald vriendelijk, meelevend of geïnteresseerd. Zo vroeg iemand aan Yvo vorige week nog of hij beschikbaar was voor een klus. “Nee, ik zit in Colombia, daar bied ik Engelse lessen met een theatersausje aan”, was zijn antwoord. Alleen een zeer koele “Prima” was het antwoord van deze mevrouw. Yvo vond dat erg koeltjes en reageerde daar op. “Je mag best wat enthousiasme laten blijken hoor.” Wat denk je: meteen ruzie. En dat is eigenlijk the story of our lives geweest, sinds ons afstuderen. Nu dan mee naar Jericó. Agenda’s bestaan hier niet. Je ziet elkaar wanneer je elkaar ziet. Maar je ziet elkaar vaak. Daar komt nog bij, dat mensen ons hier ontzettend respecteren. Dat heeft volgens hen met een paar dingen te maken. Allereerst onze houding: blijkbaar zijn er veel toeristen (vooral Amerikanen) die uit de hoogte doen en geen Spaans spreken, wij daarentegen voelen ons gelijk en spreken de taal. Daarnaast hebben we veel geduld, blijkbaar wordt dat gewaardeerd. We zijn niet snel gechoqueerd. Een ouwe zuiplap kotst de kroeg onder? Ach, lach er maar gewoon om. Cocaïnegebruik? Moet je gewoon doen als je daar zin in hebt. Heb je ruzie met Yvo gezocht omdat je bang was dat hij er met je ex-scharrel vandoor zou gaan, de dag daarna maakt dat niet meer uit en kun je zeggen: “Fue por los tragos” oftewel “Dat kwam door de drank”. En ten slotte is er het feit dat we hier niet zijn gekomen om op ons luie gat te zitten, maar de bevolking te ondersteunen met betaalbare en leuke cursussen Engels. Dat heeft men hier nog nooit gezien en zodra we dát vertellen, worden we écht in de armen van de mensen gesloten. “Wát fantástisch dat jullie je leven in het rijke Europa hebben opgegeven om óns, Jericoanen, te helpen.” Hierdoor hebben we dus veel vrienden. Echt heel veel. Uit verschillende sociale segmenten ook nog. Dronkenlappen, werklozen, ondernemers, harde werkers, hamburgerbakkers en webcamgirls (ja, lang verhaal). We vervelen ons geen moment, want elk weekend kunnen we gaan hangen bij het loket van Rami, naar het café Bar Ganadero, dansen in Club Colombia of zingen in de Karaokebar. Yvo is daar een enorme hit, want als hij de microfoon vastpakt denkt iedereen: wat gaat die witte toerist nou weer doen? Maar zodra de foutloze Spaanse coupletten netjes aan zijn lippen ontsnappen, barst het applaus los. Vrienden voor goede gesprekken zijn er ook, op mooie boerderijen midden in de Colombiaanse natuur. Als we naar het plein lopen, dat zijn vijf minuten, moeten we minstens 5 mensen groeten, voor we daar aangekomen zijn. Eenzaamheid bestaat hier eigenlijk gewoon niet en die eenzaamheid hebben we zo vaak in Amsterdam gevoeld. Toen we op ons afscheidsfeestje Ronnie, de fietsenhandelaar en reparateur, hadden uitgenodigd, antwoordde hij dat hij heel graag wilde komen. En wat gebeurde er? Hij kwam gewoon niet en liet niets meer van zich horen. In ons huis in Jericó hebben we spontane feestjes met onze vaste vrienden en impromptu aanhang. Yvo mag van Rianne niet uit de doeken doen wat er allemaal gebeurt op onze feestjes thuis, maar intimi mogen het ons vragen als jullie ons weer in levenden lijven zien. We gebruiken geen drugs hoor, maak je daar maar geen zorgen over. We worden inmiddels ook bij de familie van onze vrienden uitgenodigd om verjaardagen te vieren. Ook al is dat soms een beetje ongemakkelijk, zeker als je vrienden even de deur uit zijn en jij zit daar met die ouders op de bank, het geeft allemaal niet. Uiteindelijk wordt het toch gezellig, getuige deze foto: Stel nou dat we dit achter ons laten, weer terug naar Amsterdam gaan. Dat we in het onderwijs gaan werken en aan de slag gaan als toneelschrijver met allemaal klusjes ernaast. Dat we achter ons bureau zitten, voor de klas staan, wegdromen en denken aan die tijd in Colombia, toen we ons volmaakt gelukkig voelden. Is dat nog wel een optie? Is er nog wel een weg terug?Als je de vrije avonden zo doorbrengt? Het Plan Op woensdag 20 april verloopt ons toeristenvisum en moeten we het land verlaten. Gelukkig krijg je als toerist 180 dagen per kalenderjaar. Dat betekent dat we dit jaar nog recht hebben op 70 dagen. Maar om die te verzilveren moeten we het land uit en later weer opnieuw inreizen. We hebben daarom gezocht naar de allergoedkoopste buitenlandse bestemming vanuit Colombia. Dat is gek genoeg het tropische, kleine eiland van Curaçao. We gaan een weekje op vakantie om tot rust te komen en frikadellen te eten. Lekker een scootertje huren en met onze billen op het strand. Eindelijk weer eens betalen met guldens en Papiaments leren. Aangezien die taal een mengeling van Nederlands, Spaans en Portugees is, zal dat niet zo moeilijk zijn. Op Koningsdag, de 27ste van april, vliegen we weer terug naar Colombia, om onze resterende dagen hier te gebruiken. Maar, we gaan niet alle dagen opmaken. En dat heeft met het volgende te maken. Precies op dezelfde dag, dat ons visum werd afgewezen, kreeg Yvo een appje van Theatergroep Suburbia in Almere. Of hij tijdens de zomervoorstelling op stadslandgoed De Kemphaan weer hoofd bar wilde worden én of Rianne tijdens die voorstellingsperiode de catering van het restaurant op zich wil nemen. Dat is samen een flinke klus, die ons gedurende 6 weken voor een mooi inkomen zorgt. Alleen hebben we één probleem: ons huis is verhuurd tot 23 oktober 2022 en we kunnen die huurders er niet uit knikkeren. Waar moeten we dan wonen? Rianne heeft de oplossing. Drie weken geleden droomde ze dat we samen, in een campertje, Europa doorreisden. Dat klonk eerst als een romantisch of misschien zelfs belachelijk idee, maar nu we in Nederland kunnen werken en geen huis hebben, is wonen in een camper zo gek nog niet. We kunnen dan tijdens het werk in die camper wonen en na de klus vertrekken richting Spanje en Albanië. Onderweg kunnen we prima online werken en op een camping van onze oude vrienden in Albanië vrijwilligerswerk doen. Dit valt makkelijk vol te houden in Zuid-Europa, tot we in oktober weer ons huis kunnen betrekken en de camper verkopen. En Colombia dan? Yvo’s allerbeste vriend in de hele wereld verwoordde het treffend: “Jullie zijn al voorbij the point of no return”. Waarom? We hebben een huis met een flinke overwaarde. Wat nou, stel nou, dat we dat huis zouden verkopen. Dat we met de overwaarde een huis in Colombia kopen. Waarmee je gegarandeerd een visum krijgt. Klinkt dat niet als een goed idee? Gratis wonen en op eigen kracht de cursus Engels op poten zetten? Het enige dat we dan nog moeten doen is even snel trouwen, zodat Rianne of Yvo een partnervisum erbij cadeau krijgt. We hebben nog een paar maandjes om daar over na te denken. We kunnen het ook niet doen en ons hele leven afvragen: wat als we dat nou wél hadden gedaan. Wordt vervolgd, misschien wel op TV…
7 Comments
|
Yvo & RianneYvo en Rianne gaan aan de slag in Zuid-Amerika, lees hier hoe ze dat vergaat! Archieven
April 2022
Categorieën |