Yvo & rianne
en suramerica
Zonder teveel gezanik vooraf, sleuren we jullie ons verhaal in. Vlak voor kerstmis hebben we Marja uitgezwaaid op het vliegveld van Cuzco, die daar een vlucht nam naar Lima en verder vloog terug naar Amsterdam. Wat een gezelligheid achter de rug, maar plots waren we weer helemaal alleen… In de vorige aflevering hebben jullie kunnen lezen dat we besloten om niet naar Bolivia te gaan. Dit vanwege de regen én nog iets anders. De algemene persoonlijkheid en sociale cultuur van de meeste Peruanen is ons nogal zwaar gevallen. Veel reizigers en collega’s vertelde ons dat dit in Bolivia min of meer hetzelfde is. Begrijp ons niet verkeerd, we zijn écht geen racisten, maar – vooral in de bergen – zijn mensen zeer gesloten. Alleen het hoognodige wordt gecommuniceerd en mensen houden liever afstand. Lachen, groeten op straat, dansen, drinken en lange gesprekken; het bestaat bijna niet in Peru. Hoewel ons werd gezegd dat de Bolivianen best vriendelijk kunnen zijn, durfden we het toch niet aan. Dat komt omdat Peru ons een beetje zeer heeft gedaan en we leggen jullie graag uit waarom. Auw, Peru! Nos dolía! Peru heeft geen FARC, Peru heeft geen narco’s en Peru heeft geen negatieve reisadviezen. Niets van dit. Peru is bezaaid met archeologische trekpleisters en was het thuis van verschillende wereldberoemde inheemse culturen. Peru hoeft niets te doen, behalve wat foto’s van Machu Picchu te verspreiden, want de toeristen komen toch wel. Honderdduizenden per jaar. En de gemiddelde Peruaan weet dit. Het mooiste is, dat als je wit bent, je automatisch ook toerist bent. Of je nu voor een bedrijf werkt of kindertjes en volwassenen Engelse les geeft: je bent een toerist, of je dat nu wil of niet. En in Peru zijn toeristen lopende zakken geld die zo snel mogelijk geleegd moeten worden. Alles wordt uit de kast gehaald om je zo rap en efficiënt mogelijk leeg te trekken. Heb je niet zoveel geld of sputter je tegen? Dan kun je een flinke tegenreactie verwachten. Zo kost een tuctuc naar het centrum normaal gesproken 3 sol, maar als wij erin stapten was het plots 6. Zo’n gesprek gaat als volgt (in het Spaans natuurlijk) We willen naar het Centrum. Hoeveel? – 6 sol Normaal is het 3 – 5 sol Normaal is het 3 – 5 sol voor het centrum We betalen 3 of we nemen een andere mototaxi – Goed dan… [Gevolgd door nors onverstaanbaar gemompel] En als je dan uitstapt en vriendelijk bedankt en tot ziens zegt, krijg je geen antwoord. Want we zijn gierige toeristen. We zijn één keer vergeten de prijs vooraf af te spreken en toen rekende de taxichauffeur 100 soles in plaats van 40. Meer dan het dubbele. We hebben er uiteindelijk nog 80 van weten te maken – al waren we vergeten dat we hem ook nog een tientje hadden geleend voor de benzine. Hetzelfde gebeurt in kiosken op straat: bier is plots duurder, fris is duurder en een zakje nootjes is duurder. Zelfs op de luchthavens, in een winkeltje, na de douane, wilde een dame Yvo’s wisselgeld niet teruggeven. Hij moest expliciet vragen om het bonnetje, dat ze vervolgens schoorvoetend toch maar aan hem gaf, waarna hij het wisselgeld kon terugvragen. Hij zei (zoek dit maar op): Porque estás así? Porque eso es necesario? Porque eres tan maleducado? Increíble, que maleducado! Een laatste voorbeeld gebeurde toen Yvo zijn mooie Texanas uit Colombia wilde laten poetsen. Of liever gezegd, een man vroeg of hij Yvo’s Texanas alsjeblieft mocht poetsen. Toen Yvo vroeg hoeveel het kost, zei hij: Propina voluntaria; wat zoveel betekent als ‘vrijwillige bijdrage’. Inmiddels waren we flink ervaren met de tactieken van de Peruanen dus Rianne ging vragen in een reisbureautje hoeveel je moet geven als je schoenen worden gepoetst. 2 tot 3 soles was het antwoord. Nadat de schoenen waren gepoetst had Yvo al 3,70 sol in zijn hand. Gewoon royaal doen, zo is Yvo nu eenmaal. Maar nog voor Yvo zijn dinero aan de man kon geven sprak hij: 10 soles. 10 Soles? Maar u zei propina voluntaria. – Ja, maar ik heb voor jou een hele speciale schoenpoets gebruikt. Deze zwarte voor de randjes en die is echt ontzettend duur. Mijn vriendin heeft net gevraagd hoeveel ik je moet geven en er wordt gezegd 2 tot 3 sol. – Dat is niet waar, ze liegen. Ik geloof je niet. – 10 Soles Ik heb 3,70 voor je. – Het is 10 soles [Yvo gaf hem de 3,70 en we verdwenen naar een kroeg] Na drie maanden in Peru hadden we bijna geen vrienden kunnen maken, of althans niet zoals in Colombia. Na drie maanden in Peru zijn we zo vaak genaaid door de inwoners. Na drie maanden in Peru misten we Colombia. We misten Colombia zoals je je ex kunt missen. Peru is een land dat je, zoals een vrouw dat zou kunnen, verleidt met mooie beloften en een ogenschijnlijk prachtig uiterlijk. Maar als je eenmaal bij elkaar bent blijkt het niet te klikken en besef je dat alles met je ex beter was. De wandelingen in de natuur, de dronken avonden, de seks en de avonturen. Ja, alles in Colombia was beter. En dát is waarom we besloten om terug te gaan naar ons favoriete land in Zuid-Amerika. Dat feest kon overigens niet meteen beginnen, want we hadden onze 180 dagen die je als toerist in Colombia mag verblijven al opgemaakt in 2018. We moesten daarom wachten tot 1 januari 2019 en boekten een vlucht voor de dag erna. We vonden een heel tof project bij een theatergezelschap in Cali – de derde stad van Colombia. We konden daar vanaf 15 januari terecht. In de tussentijd moeste we dus iets anders vinden. Een leuk 10-daags project vonden we in Jericó, maar daarover later meer. Koos en Laura In de vorige aflevering schreven we dat we 2 hele gezellig Brabanders hadden gevonden in Arequipa. We kwamen ze toevalligerwijs ook nog eens tegen op het vliegveld in Juliaca. Wie goed heeft opgelet kon lezen dat Koos en Laura ook naar Cuzco gingen. Dat wisten we. Daarom hebben we elkaar op 2e kerstdag opgezocht in een cafeetje in het centrum. Reuzegezellig. We hebben de hele avond geouwehoerd en we weten eigenlijk niet meer waarover. Na een eenvoudige kerst gingen we naar onze laatste bestemming in Peru: de hoofdstad Lima. We hebben daar gewacht tot onze vlucht naar Colombia vertrok én oud en nieuw gevierd. Leuke bijkomstigheid is dat er nog meer mensen oud en nieuw gingen vieren in Lima. De geoefende lezer weet al wie dit zijn. Ja, ze zijn het. Hier komt het. We gaan de namen opschrijven. Het zijn de mensen die je denkt dat het zijn. We gaan het echt zeggen: Koos en Laura. We hebben afgeteld, champagne gedronken en vuurwerk gekeken op de kliffen van Lima. Daarna het uitgaansgebied ingedoken en tot achterlijk laat – we weten weer niet waarom en waar we het al die tijd over hebben gehad – in dezelfde kroeg gezeten en gedronken. Koos en Laura vonden ons geen Amsterdammers, omdat we niet de hele tijd opscheppen over hoe gaaf ons leven is, niet de godganse dag Ubertaxi’s nemen en niet denken dat Brabant 100 jaar achterloopt. Een groot compliment natuurlijk. Dus we hebben besloten dat we Koos en Laura nog maar een keertje moeten opzoeken, zodra we in Nederland zijn. Colombia Na een dag met een gezellige oud en nieuwkater was het tijd om naar Colombia te vertrekken. ‘s Avonds laat kwamen we aan in het hostel in Bogotá waar we al eerder hadden gewerkt. We mochten een kamer betrekken voor de helft van de prijs. Wat een verademing na Peru: hier hebben we óveral vrienden die ons willen helpen, in plaats van ons de zakken leegschudden. Na een relaxte dag vertrokken we naar Jericó. Een prachtig schilderachtig dorpje, hoog in de bergen, waar het leek alsof de tijd stil heeft gestaan. Mannen op paarden, felgekleurde huisjes, koffieplantages, Musica Popular en oogverblindende vergezichten. We gingen daar aan de slag in een hostel. De eigenaren, een Colombiaan en Engelse, waren bezig een nieuw hostel te bouwen in de vallei tussen de koffieplantages. En daar mochten we aan het werk. Yvo heeft de eerste paar dagen hard in de tuin gewerkt, een muurtje gestuct en witgeschilderd. Daarna begon het werk aan een nieuwe muraal, die we samen hebben ingekleurd. We hebben er paardgereden en allerlei andere traditionele dingen gedaan. De 10 dagen bleken eigenlijk véél te kort. We hadden het zo ontzettend naar onze zin in Jericó. Alles klopte. Alles viel op zijn plek. Alles had de juiste eerlijke prijs en niemand wilde ons geld. Toen we een keertje een flink stuk moesten lopen naar het dorp, stopte er een auto naast ons. Waar we heen moesten en of de meneer ons niet even mocht brengen. Natuurlijk, graag zelfs. Met ferm gezwaai en luid getoeter reed hij weer verder toen ‘ie ons bij het hostel had afgezet. Maar, helaas, aan alles komt een einde. Op naar Cali. Naar het theatergezelschap, waar alles nog meer op zijn pootjes terecht zou komen. Toen we aankwamen bleek er alleen helemaal geen gezelschap te zijn. Yvo was zwaar teleurgesteld. Hoe dat afloopt? Dat lees je in de volgende aflevering… Nog één dingetje. We hebben het in ons verhaal over Musica Popular. Dat is als het ware de Colombiaanse versie van een Schlager. Deze muziek is door Colombia onze guilty pleasure geworden. Gelukkig zijn ze niet zo verschrikkelijk als de Schlagers, al zijn de teksten een beetje hetzelfde altijd. Omdat we graag met jullie onze ervaringen delen, kun je hier een Cancion Popular luisten van Jessi Uribe: Dulce Pecado; wat zoveel betekent als Zoete Zonde. Nou, nou, als dát niet over de liefde gaat....? Veel luisterplezier!
4 Comments
|
Yvo & RianneYvo en Rianne gaan aan de slag in Zuid-Amerika, lees hier hoe ze dat vergaat! Archieven
April 2022
Categorieën |