Yvo & rianne
en suramerica
Goedgemutst vertrokken we halverwege januari naar het tropische Cali, de hoofstad én geboorteplaats van de Salsa, om daar bij een theatergezelschap aan de slag te gaan. In hun advertentie stond dat we moesten helpen bij publieksbegeleiding, decorbouw, kostuumontwerp en uitwisseling. Zeker Yvo stond te popelen, omdat hij graag met teksten en vertalingen wilde gaan werken. Misschien zelfs weer een beetje de regievaardigheden bijspijkeren met Spaanstalige acteurs. Helaas, deze droom viel in duigen… Domus Teatro De taxi zette ons af voor het gebouw van Domus Teatro; de knalblauwe gevel sprong in deze rustige straat direct in het oog. Zoals we al op de satelliet en op streetview hadden kunnen zien, wisten we dat dit theater een omgebouwd woonhuis zou zijn. In de tuin was een vlakkevloertheater gebouwd, waar zo’n 90 toeschouwers een uitvoering kunnen bekijken. Onze contactpersoon was er niet en we werden begroet door de schoonmaakster; een praktijk die we vaker zijn tegengekomen. Het theater was van binnen nogal vervallen en zeer stoffig. Op de bovenverdieping, waar we sliepen, waren de plavuizen losgekomen van de vloer. Bovendien stonk het overal ontzettend naar schimmel. Maar één toilet had een bril en de potten zelf stonden daar al zeker een decennium of 4. Nu zijn we écht niet vies van dit soort dingen, maar we maakten ons wel een beetje zorgen wat de theatergangers van dit vervallen gebouwtje zouden vinden. Zeker de schimmelgeur kan als vervelend worden ervaren. Luz Later die middag kwam onze contactpersoon. Luz, een Spaanse voornaam die vaak voorkomt en letterlijk Licht betekent, leidde ons rond door het theaterzaaltje (eveneens zeer vervallen) en vertelde ons het verhaal van het ontstaan van het theater. In de jaren ‘80 was er een theatermaker: Manuel Sierra Rueda. Hij had de wensdroom om zelf een theater op te zetten waar hij kon experimenteren met zijn eigen teksten. Zo gezegd, zo gedaan. Grootste inspiratiebron voor Manuel was Samuel Beckett, de Ierse toneelschrijver waar Yvo een portretfoto van in zijn studeerkamer heeft hangen. Ja, Beckett moet altijd meekijken. Bovendien is het een foto waar Beckett een strenge blik heeft, zodat als Yvo omkijkt om te stoppen hij direct in de krachtige ogen van de norse Ier kijkt. Jullie snappen dat Yvo direct een zekere bewondering voor Manuel had. Sinds de jaren ‘80 maakte Sierra Rueda vele voorstellingen per jaar en heeft ook wat teksten gepubliceerd. Maar in november 2017 sloeg het noodlot toe. Toen Manuel op een ochtend naar het theater wandelde stopte zijn hart ermee. Het was een hartstilstand in de categorie: er is niets meer aan te doen. En in die luttele seconden waarin Manuel het aardse voor het hemelse verruilde, stortte Domus Teatro in. Geen nieuwe teksten, geen regisseur en geen producties. Luz, grote bewonderaar van Manuel – en we vermoeden ook geheime aanbidster of minder geheime maîtresse – wilde koste wat kost de nalatenschap van Manuel veiligstellen. Maar hoe wist ze niet. Ze had een schrijfatelier één keer in de week met een select gezelschap. Waar het kon verhuurde ze de zaal, maar activiteiten waren er klaarblijkelijk niet echt meer. Toen ze in het noorden van Colombia op een kunstzinnige koffieboerderij allemaal vrijwilligers had gezien die de boerderij helemaal opfleurden, besloot ze ook vrijwilligers in te schakelen. Zodoende waren wij het proefkonijn van Luz. Yvo had wel een belangrijke kanttekening bij het verhaal: in de advertentie stond ‘Theatre Group’, maar dat zijn ze overduidelijk niet: Luz is in haar eentje. Dat kwam volgens haar omdat het nu laagseizoen is in theaterland. Pas vanaf maart beginnen er weer voorstellingen. Rianne merkte vroeg daarop waarom ze ons dan nú nodig had. Omdat, zo antwoorde Luz, er veel moet worden opgefleurd in het theater en Yvo zou mooi mee kunnen helpen met schrijfworkshops. Prima, fair enough. Niet helemaal wat we hadden verwacht, maar dat gebeurt nu eenmaal tijdens dit werk. Maar zodra we met ideeën kwamen, werden die eigenlijk direct afgeschoten. Muurschilderingen was maar moeilijk en Rianne had niet echt veel ‘referenties’ vond Luz. Uiteindelijk vond ze toch een mooie plek voor een schildering, in het trapgat naar de kelder. De dag erop maakte Luz duidelijk dat ze alle muren eigenlijk gewoon pastelachtig beige wilde hebben – mogen we even overgeven? Niet lang na die opmerking sloeg een volgend noodlot met kracht door de muur: naast het theater werd een woonhuis gesloopt. De slopers wisten alleen niet waar de ene muur ophield en de andere begon. Zodoende werd er een flink gat gemept in de muur van het theater. Paniek brak uit, want hoe is het überhaupt met de muren gesteld? Moet er niet een architect naar komen kijken? Is het gebouw nog wel stabiel? Van muren schilderen kwam geen hol – pardon – terecht en Luz wist van gekheid niet meer wat ze ons dán moest laten doen. Tot overmaat van ramp viel op een avond ook nog eens alle electriciteit uit, zodat we Luz moesten bellen met de booschap: ‘Luz, no hay Luz, Luz’ (Luz, er is geen licht, Luz) Silvia, Suiza de America We besloten dat het echt veel te frustrerend was in Cali en we besloten na overleg iets anders te zoeken. We vonden iets in Silvia. Een klein dorpje, 2800 meter hoog in de bergen, richting de grens met Ecuador. Silvia wordt ook wel het Zwitserland van Amerika genoemd, omdat de omgeving erg lijkt op Zwitsers landschap. We konden daar aan de slag op een camping. De bedoeling was dat we daar wat werkzaamheden op het terrein zouden verrichten én mooie muurschilderingen zouden maken. Toen we aankwamen bleek Silvia inderdaad mooi, maar absoluut niet zo mooi als Jericó. Toegegeven: we moeten ook niet alles met Jericó gaan vergelijken. De eigenaar van de camping was er niet. In plaats daarvan werd de camping gerund door Diego, een vriend van eigenaar Theo. Diego was aardig, maar een beetje sociaal onhandig, we vertellen nog wel waarom. De eerste paar dagen werkte Yvo veel in de tuin. Hij harkte het hele terrein en deed wat grote planten verplaatsen. Met spierballen en blaren tot gevolg. Rianne werkte inmiddels aan haar ontwerp voor de muurschildering. Tijdens die eerste paar dagen vielen ons een paar dingen op aan Silvia. In het dorpje zelf is geen zak te doen. En dit bedoelen we letterlijk. Geen restaurantjes, geen barretjes, geen taveernes en geen gezellige lunchrooms: absoluut niets. Dat komt omdat het stadje fungeert als hoofdplaats voor de verschillende inheemse stammen in de regio. Onze ervaring met inheemsen is dat ze erg gesloten zijn – dat is helemaal niet gek gezien de geschiedenis – en geen behoefte hebben aan westerse zaken zoals alcohol en taveernes. De inheemse cultuur is veel meer op de familie gericht en het bestaan in de bergen. Na zonsonderdang veranderde Silvia daardoor in een spookstadje. Enige hoogtepunt was de dinsdag: dan verkopen alle stammen hun mooie handwerk op een grote markt. Dat is écht de moeite waard en het stroomt die dag vol met toeristen. Wat Silvia soms ook lastig maakte was haar temperatuur. Overdag een heerlijke 22 ° Celsius, maar ‘s nachts een ijzige temperatuur die rond het vriespunt schommelde. Tsja, en dan lig je in een tent, op een flinterdun matras (we hebben ons er maar overheen gezet), met je heupen op het houtwerp, te rillen van de kou. Na een aantal dagen gingen het regenen. De hele dag. En geloof ons, dan wordt het echt koud. Het dak bleek lek en het hele huis – er was gelukkig wel een huis op de camping – transformeerde tot een waterballet. Er was geen verwarming en de douches waren evenmin warm. De regen werd hagel, waardoor het dag niet meer lekte gelukkig, en toen het eindelijk droog was begon het te beven. Yvo schrok zich het leplazarus van zijn eerste aardbeving ooit. Rianne heeft al eerder gereisd in Azië en is een enorme bikkel. De regen had overigens een nog erger effect dan het lekkende dak. Door de plotselinge komst van de regen was Riannes muurschildering helemaal uitgelopen. We konden dus weer helemaal opnieuw beginnen, maar het weerbericht voorspelde een hele week regen. Door de kou, het harde matras, de koude douches en het lekkende dak, begonnen we ons wel af te vragen of we wel op ons plek waren in Silvia. Onze enige vriend – of dat probeerde we van hem te maken – was Diego. Maar Diego zag ons zoals hij de schoonmaakster zag: werkers die moeten doen wat hij zegt, gezelligheid hoeft niet. Op al onze open vragen gaf hij een gesloten antwoord, hij zonderde zich tijdens het eten expres af van ons, zelfs toen we vroegen of hij niet bij ons wilde zitten, en hij liet ons vroeg opstaan op zondag terwijl er helemaal geen werk was. Wat verlangden we weer naar ons plekje in Jericó. Waarom zijn we toch ooit weggegaan uit Jericó? Cali was een sof en Silvia bleek ook een ontzettende sof. Waarom zijn we toch weggegaan? Er zijn van die momenten dat je elkaar alleen maar hoeft aan te kijken en je weet preciés wat je moet doen. Diezelfde avond stuurden we Jorge, de hostelbaas in Jericó, een bericht. We waren meteen welkom en we werden direct uitgenodigd om dan ook maar meteen zo SNEL mogelijk terug te komen. We verwittigden Diego van ons besluit en zonder de eigenaar ook maar ooit gezien te hebben vertrokken we de volgende dag naar Jericó. We besloten deze keer wel even een dagje pauze te nemen in Pereira, precies op de helft tussen Silvia en Jericó. De oplettende lezer weet dat hij of zij al eerder deze plaatsnaam is tegengekomen. Dat klopt. We namen een dagje vrij in het hostel waar we in juli hadden gewerkt. In Pereira werden we – net als in Bogotá – met open armen ontvangen. Jericó nos reunimos de nuevo Toen Jorge ons zag, na aankomst in Jericó, kon hij ons wel opeten, zo blij was ‘ie ons weer te zien. We mochten in het huis van hem en zijn vriendin aan de slag om daar muurschilderingen te maken. Bovendien kregen we onze privékamer in hun huis. Erg luxe dus! Rianne maakte een fantastische boom met levensechte vogels en Yvo schilderde een wereldkaart in spiegelbeeld. We hoefden niet perse terug naar het nieuwe hostel dat in de vallei werd gebouwd – zie vorige blog. We stelden daarom voor om hun huis verder op te knappen. Zodoende hebben we veel houtwerk helemaal opgeknapt tot grote vreugde van Jorge en Jessica. Ze trakteerden ons zelfs op een kaasdiner met wijn – wow, wat hebben we die avond lekkere kaas gegeten (kaas in Colombia is over het algemeen heel saai). In Jericó zijn we ook hard op zoek gegaan naar een nieuw project in Mexico. Dat was nog behoorlijk lastig, want de meeste projecten zijn in de toeristengebieden en daar is het aanbod van vrijwilligers zeer hoog. Bovendien komen er veel Amerikanen (sorry Sebastian) die daar meer komen feesten dan werken, vrijwilligers hebben daarom niet de beste naam. In de buurt van Cancún – waar onze vlucht ons heenbracht – hebben we helaas niets kunnen vinden. Maar gelukkig wilde een gezellig hostel aan de Stille Oceaankust ons wel hebben, daarover later meer. Want voordat we Colombia gingen verlaten, stond er nog één bestemming op het menu Barbosa & Heiner Wie onze vlog heeft gezien, kan zich Barbosa misschien nog wel herinneren. Het is het kleine stadje in het zuiden van het departement Santander, waar we een maand lang (sept & okt) les hebben gegeven. Onze collega Heiner heeft toen een diepe indruk op ons achtergelaten en we zijn altijd in contact gebleven. Voordat we naar Mexico vlogen besloten we om hem nog een bezoekje te brengen in Barbosa. Heiner had voor ons een hele excursie geregeld naar grotten, spelonken en watervallen. De foto’s kun je hieronder zien. Na Barbosa, op 18 februari – tien maanden nadat we voor het eerst voet zetten op Colombiaanse bodem, was het dan toch echt tijd om dit fantastische land voorlopig te verlaten. En wat een reis was het die dag. Om 8 uur namen we de bus naar Bogotá vanuit Barbosa. Zes uur later waren we op het vliegveld en zo rond 10 uur in de avond stapten we ons hostel in Cancún, Mexico binnen. Zo onwerkelijk, zo veel verschil in één dag. Nu zijn we plots in Mexico. En hoe dát ons vergaat, lees je in de volgende, maar zeker nog niet de laatste, aflevering. Liefs!
5 Comments
|
Yvo & RianneYvo en Rianne gaan aan de slag in Zuid-Amerika, lees hier hoe ze dat vergaat! Archieven
April 2022
Categorieën |